Language of document :

Beroep ingesteld op 11 november 2011 - Akhras / Raad

(Zaak T-579/11)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Tarif Akhras (Homs, Syrië) (vertegenwoordigers: S. Ashley en S. Millar, Solicitors, D. Wyatt, QC, en R. Blakeley, Barrister)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

punt 3 van tabel A van de bijlage bij besluit 2011/522/GBVB van de Raad nietig verklaren, voor zover het betrekking heeft op verzoeker;

punt 3 van tabel A van bijlage I bij verordening (EU) nr. 878/2011 van de Raad nietig verklaren, voor zover het betrekking heeft op verzoeker;

punt 2 van de tabel van bijlage II bij besluit 2011/628/GBVB van de Raad nietig verklaren, voor zover het betrekking heeft op verzoeker;

punt 2 van de tabel in bijlage II bij verordening (EU) nr. 1011/2011 van de Raad nietig verklaren, voor zover het betrekking heeft op verzoeker;

verklaren dat artikel 4, lid 1, van besluit 2011/273/GBVB van de Raad (zoals gewijzigd) niet van toepassing is op verzoeker;

verklaren dat artikel 4, lid 1, van besluit 2011/273/GBVB van de Raad (zoals gewijzigd) niet van toepassing is op verzoeker;

verklaren dat artikel 5, lid 1, van verordening (EU) nr. 442/2011 van de Raad (zoals gewijzigd) niet van toepassing is op verzoeker; en

de Raad verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan.

Eerste middel

De materiële voorwaarden voor de vermelding van verzoeker zijn niet vervuld en/of de Raad heeft verzoeker vermeld zonder over toereikende bewijzen te beschikken die aantonen dat de voorwaarden waren vervuld en/of de Raad heeft een kennelijke beoordelingsfout begaan bij de beoordeling of de voorwaarden waren vervuld. Verzoeker is met name niet verantwoordelijk voor gewelddadige repressie van de burgerbevolking in Syrië, heeft geen steun verleend aan of ontvangen van het Syrische regime en heeft evenmin banden met personen die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige repressie of die steun hebben verleend aan of hebben ontvangen van het Syrische regime. Verzoeker wordt enkel beschuldigd van het verlenen van economische steun aan het Syrische regime. Dit klopt niet.

Tweede middel

De vermelding van verzoeker vormt een kennelijke schending van zijn mensenrechten en fundamentele vrijheden, met inbegrip van zijn recht op bescherming van zijn privéleven en zijn gezins- en familieleven, zijn recht op ongestoord genot van zijn eigendom en ten slotte zijn recht op leven en/of vormt een schending van het evenredigheidsbeginsel.

Derde middel

De Raad heeft in elk geval de volgende wezenlijke vormvoorschriften geschonden: (a) verzoeker persoonlijk van zijn vermelding in kennis stellen (b) gepaste en voldoende redenen geven (c) de rechten van verdediging en het recht op daadwerkelijke rechterlijke bescherming eerbiedigen.

____________