Language of document :

Beroep ingesteld op 21 december 2007 - Philips Lighting Poland en Philips Lighting / Raad van de Europese Unie

(Zaak T-469/07)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Philips Lighting Poland SA (Pila, Polen) en Philips Lighting BV (Eindhoven, Nederland) (vertegenwoordigers: M. L. Catrain González, lawyer, en E. Wright, Barrister)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Nietigverklaring van de bestreden verordening in haar geheel dan wel voor zover zij voor verzoeksters bezwarend is;

De Raad te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters, producenten van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i's), vorderen nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1205/2007 van de Raad van 15 oktober 2007 tot instelling van een antidumpingrecht op geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen (CFL-i's) van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 384/96, en tot uitbreiding van dat recht tot hetzelfde product dat vanuit de Socialistische Republiek Vietnam, de Islamitische Republiek Pakistan en de Republiek der Filippijnen wordt verzonden.1

Tot staving van hun beroep betogen verzoeksters dat de Raad de artikelen 3, lid 1, 9, lid 4, en 11, lid 2, van de basisverordening2 heeft geschonden door een antidumpingrecht in te stellen alhoewel niet is aangetoond dat het vervallen van de maatregelen zou leiden tot voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

Verzoeksters betogen voorts dat de Raad heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door artikel 9, lid 1, van de basisverordening toe te passen op een situatie die niet binnen de werkingssfeer van dat artikel valt, daar de klacht die tot het onderzoek heeft geleid, niet was ingetrokken.

Tenslotte stellen verzoeksters schending van artikel 253 EG doordat de bestreden verordening ontoereikend is gemotiveerd met betrekking tot de mate waarin de klacht wordt gesteund door producenten in de Gemeenschap en met betrekking tot de conclusie over het belang van de Gemeenschap.

____________

1 - PB 2007 L 272, blz. 1.

2 - Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB 1996 L 56, blz. 1)