Language of document :

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 18 juni 2008 - Hoechst / Commissie

(Zaak T-410/03) 1

("Mededinging - Mededingingsregelingen - Markt van sorbaten - Beschikking tot vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG - Berekening van hoogte van geldboeten - Motiveringsplicht - Zwaarte en duur van inbreuk - Verzwarende omstandigheden - Beginsel ne bis in idem - Medewerking tijdens administratieve procedure - Toegang tot dossier - Duur van procedure")

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Hoechst GmbH, voorheen Hoechst AG (Frankfurt am Main, Duitsland) (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Klusmann en V. Turner, vervolgens Klusmann, Turner en M. Rüba, en ten slotte Klusmann en Turner, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: aanvankelijk W. Mölls, O. Beynet en K. Mojzesowicz, vervolgens Mölls en Mojzesowicz, gemachtigden, bijgestaan door A. Böhlke, advocaat)

Voorwerp

Beroep tot nietigverklaring van beschikking 2005/493/EG van de Commissie van 1 oktober 2003 betreffende een procedure overeenkomstig artikel 81 EG en artikel 53 van de EER-Overeenkomst tegen Chisso Corporation, Daicel Chemical Industries, Ltd, Hoechst AG, The Nippon Synthetic Chemical Industry Co., Ltd en Ueno Fine Chemicals Industry, Ltd (Zaak COMP/E-1/37.370 - Sorbaten) (samengevat in PB 2005, L 182, blz. 20) voor zover deze betrekking heeft op verzoekster, of subsidiair, tot verlaging van de aan verzoekster opgelegde geldboete tot een passend bedrag

Dictum

Het bedrag van de aan Hoechst GmbH opgelegde geldboete wordt vastgesteld op 74,25 miljoen EUR.

Het beroep wordt voor het overige verworpen.

Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 59 van 6.3.2004.