Language of document : ECLI:EU:T:2018:335

Zaak T72/17

Gabriele Schmid

tegen

Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie

„Uniemerk – Procedure tot vervallenverklaring – Internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Unie – Beeldmerk Steirisches Kürbiskernöl – Beschermde geografische aanduiding – Artikel 15, artikel 51, lid 1, onder a), en artikel 55, lid 1, van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 18, artikel 58, lid 1, onder a), en artikel 62, lid 1, van verordening (EU) 2017/1001] – Normaal gebruik van het merk – Gebruik als merk”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 7 juni 2018

1.      Uniemerk – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Bevoegdheid van het Gerecht om de bestreden beslissing te wijzigen – Grenzen

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 65, lid 3)

2.      Uniemerk – Opmerkingen van derden en oppositie – Onderzoek van de oppositie – Bewijs van het gebruik van het oudere merk – Normaal gebruik – Begrip – Beoordelingscriteria

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 15, lid 1)

3.      Uniemerk – Opmerkingen van derden en oppositie – Onderzoek van de oppositie – Bewijs van het gebruik van het oudere merk – Normaal gebruik – Begrip – Gebruik van een beschermde geografische aanduiding die is ingeschreven als individueel merk

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 15, lid 1)

4.      Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Gronden voor verval – Geen normaal gebruik van het merk – Beeldmerk Steirisches Kürbiskernöl

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 15, lid 1, en 51, lid 1, a)]

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 25, 62)

2.      Met betrekking tot artikel 15, lid 1, van verordening nr. 207/2009 inzake het Uniemerk is het vaste rechtspraak dat van een merk „normaal gebruik” wordt gemaakt in de zin van deze bepaling, wanneer het overeenkomstig zijn wezenlijke functie, namelijk het waarborgen van de identiteit van de oorsprong van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, wordt gebruikt teneinde voor die waren of diensten een afzet te vinden of te behouden, met uitsluiting van symbolisch gebruik dat alleen ertoe strekt de aan de inschrijving verbonden rechten te behouden.

Dat een merk wordt gebruikt om een afzet te vinden of te behouden voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven en niet met het enkele doel om de aan dit merk verbonden rechten te behouden, volstaat echter niet om te concluderen dat sprake is van „normaal gebruik” in de zin van artikel 15, lid 1, van verordening nr. 207/2009. Het is immers evenzo noodzakelijk dat het merk wordt gebruikt overeenkomstig de wezenlijke functie ervan.

Voor individuele merken is deze wezenlijke functie daarin gelegen, dat aan de consument of de eindverbruiker de identiteit van de oorsprong van de gemerkte waren of diensten wordt gewaarborgd, zodat hij deze van waren of diensten van andere herkomst kan onderscheiden zonder gevaar voor verwarring. Om zijn rol als essentieel onderdeel van het stelsel van onvervalste mededinging dat het Verdrag tot stand wil brengen, te kunnen vervullen, dient het merk immers de waarborg te bieden dat alle van dat merk voorziene waren of diensten zijn vervaardigd of verricht onder controle van een en dezelfde onderneming, die kan worden geacht voor de kwaliteit ervan in te staan.

Het voor toepassing van artikel 15, lid 1, van verordening nr. 207/2009 gestelde vereiste dat het merk in overeenstemming met de wezenlijke functie van herkomstaanduiding wordt gebruikt, vloeit voort uit het feit dat een merk weliswaar ook voor andere functies kan worden gebruikt, zoals de functie die erin bestaat de kwaliteit te garanderen of de communicatie-, de investerings- en de reclamefunctie, maar het merk blijft onderworpen aan de bij deze verordening vastgestelde sancties wanneer het gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar niet is gebruikt overeenkomstig de wezenlijke functie ervan. In dat geval worden de rechten van de houder van het merk volgens de in artikel 51, lid 1, onder a), van verordening nr. 207/2009 vastgestelde voorwaarden vervallen verklaard, tenzij hij een geldige reden kan aanvoeren voor het niet gebruiken van het merk ter vervulling van de wezenlijke functie ervan.

(zie punten 42‑45)

3.      Uit de rechtspraak blijkt dat, wanneer het gebruik van een individueel merk weliswaar strekt tot aanduiding van de geografische oorsprong en van de aan die oorsprong toe te schrijven eigenschappen van waren van verschillende producenten, maar de consument niet de waarborg biedt dat alle van dat merk voorziene waren of diensten zijn vervaardigd of verricht onder controle van een en dezelfde onderneming die kan worden geacht voor de kwaliteit ervan in te staan, dit gebruik niet voldoet aan het vereiste van een gebruik overeenkomstig de functie van herkomstaanduiding.

Het gebruik van een individueel merk kan immers niet een overeenkomstig de wezenlijke functie ervan verricht gebruik vormen wanneer het aanbrengen ervan op de waren louter dient als aanduiding van de geografische oorsprong en van de aan die oorsprong toe te schrijven eigenschappen van de betrokken waren en daarnaast niet ertoe strekt te waarborgen dat de waren afkomstig zijn van een en dezelfde onderneming onder wiens controle zij zijn vervaardigd en die aansprakelijk kan worden gehouden voor de kwaliteit ervan.

(zie punten 48, 49)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 50‑53, 55‑59)