Language of document : ECLI:EU:T:2013:11

Zaak T‑237/11

Lidl Stiftung & Co. KG

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk BELLRAM – Ouder nationaal woordmerk en oudere nationale beeldmerken RAM en Ram – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009 – Recht om te worden gehoord – Artikelen 63, lid 2, 75 en 76 van verordening nr. 207/2009 – Termijnen voor oppositieprocedure”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 15 januari 2013

1.      Gemeenschapsmerk – Procedurevoorschriften – Beslissingen van het Bureau – Eerbiediging van rechten van verdediging

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 63, lid 2, 75 en 76)

2.      Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Beroep tegen beslissing van oppositieafdeling van Bureau – Onderzoek door de kamer van beroep – Omvang – Eerbiediging van rechten van verdediging

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 63, lid 2, 64, lid 1, 75 en 76)

3.      Gemeenschapsmerk – Opmerkingen van derden en oppositie – Onderzoek van oppositie – Bewijs van gebruik van ouder merk – Gebruik van merk in op onderdelen afwijkende vorm zonder dat onderscheidend vermogen van merk wordt gewijzigd

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 15, lid 1, sub a, en 42, leden 2 en 3)

4.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met ouder merk – Zwak onderscheidend vermogen van ouder merk – Invloed

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

5.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met ouder merk

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

6.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met ouder merk – Woordmerken BELLRAM en RAM

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

7.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Soortgelijkheid van betrokken waren of diensten – Beoordelingscriteria

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 23, 24)

2.      Uit artikel 64, lid 1, van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk volgt dat de kamer van beroep, nadat is onderzocht of het beroep gegrond is, over het beroep beslist en daarbij met name „de bevoegdheden [kan] uitoefenen van de instantie die de bestreden beslissing heeft genomen”, dat wil zeggen zich zelf over de oppositie kan uitspreken door deze te verwerpen dan wel gegrond te verklaren, en aldus de beslissing van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) die de zaak in eerste aanleg heeft afgedaan, te bevestigen of te vernietigen. Uit deze bepaling volgt dus dat de kamer van beroep, wanneer bij haar beroep is ingesteld, de oppositie opnieuw volledig ten gronde dient te onderzoeken, zowel rechtens als feitelijk.

Aangezien de oppositie met name was gebaseerd op een van de oudere merken en de kamer van beroep overeenkomstig artikel 64, lid 1, van verordening nr. 207/2009 kon beslissen om alleen te onderzoeken of er gevaar voor verwarring tussen dit oudere merk en het aangevraagde merk bestond, stond het dus volgens artikel 76, lid 1, van deze verordening aan verzoekster om in het kader van het beroep voor de kamer van beroep haar opmerkingen in te dienen over dit oudere merk indien zij wenste dat de kamer van beroep daarop antwoordde in de bestreden beslissing.

Uit artikel 63, lid 2, en de artikelen 75 en 76 van verordening nr. 207/2009, die voorzien in het recht om te worden gehoord, of uit de rechtspraak blijkt immers niet dat de kamer van beroep de partijen moet vragen om hun opmerkingen over het bestaan van gevaar voor verwarring tussen het aangevraagde merk en een van de oudere merken wanneer de kamer van beroep haar onderzoek naar het verwarringsgevaar baseert op een ouder merk waarmee de oppositieafdeling geen rekening heeft gehouden maar dat geldig was aangevoerd ter onderbouwing van die oppositie. Aldus schendt de kamer van beroep verzoeksters recht om te worden gehoord niet door haar niet uitdrukkelijk uit te nodigen om opmerkingen te maken over het oudere merk waarmee de oppositieafdeling geen rekening heeft gehouden.

(cf. punten 25, 27‑29)

3.      Krachtens artikel 15, lid 1, sub a, juncto artikel 42, leden 2 en 3, van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk is ook het bewijs van het gebruik van het oudere merk in een op onderdelen afwijkende vorm zonder dat het onderscheidend vermogen van dat merk in de vorm waarin het is ingeschreven, wordt gewijzigd, te beschouwen als bewijs van het normale gebruik van een nationaal of communautair ouder merk op basis waarvan oppositie wordt ingesteld tegen een gemeenschapsmerkaanvraag.

(cf. punt 61)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 78, 83)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 80‑82, 92)

6.      Bij de gemiddelde Spaanse consument bestaat er gevaar voor verwarring in de zin van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk tussen het woordteken BELLRAM, waarvan de inschrijving als gemeenschapsmerk is aangevraagd voor „kaas”, dat behoort tot klasse 29 in de zin van de Overeenkomst van Nice, en het woordmerk RAM, dat eerder in Spanje is ingeschreven voor „Verse melk, gecondenseerde melk en melkpoeder, kaas, boter, yoghurt, kefir en andere melkderivaten” en „Levensmiddelen van dierlijke oorsprong; eetbare oliën en vetten; gedroogde groenten en andere voor verbruik bereide of geconserveerde groenten; geleien en jams; vlees, gevogelte en wild; eieren; sausen voor salades; melkdranken met melk als basisingrediënt; geconserveerde vis en zeeproducten uitdrukkelijk daarvan uitgesloten”, die behoren tot dezelfde klasse in de zin van die Overeenkomst, aangezien „melk” en „kaas” in hoge mate soortgelijk zijn en de aan de orde zijnde tekens overeenstemmen rekening houdend met de visuele en fonetische overeenstemming ervan.

(cf. punten 84, 90, 102, 105)

7.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 86)