Language of document :

Beroep ingesteld op 8 juli 2013 – VECCO e.a./Commissie

(Zaak T-360/13)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Verein zur Wahrung von Einsatz und Nutzung von Chromtrioxid und anderen Chrom-VI-verbindungen in der Oberflächentechnik eV (VECCO), (Memmingen, Duitsland), en 185 anderen (vertegenwoordigers: C. Mereu en K. Van Maldegem, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

te verklaren dat verordening (EU) nr. 348/2013 van de Commissie van 17 april 2013 tot wijziging van bijlage XIV bij verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen („REACH”) (PB L 108, blz. 1) ten dele onrechtmatig is omdat zij berust op een kennelijke beoordelingsfout en inbreuk maakt op artikel 58, lid 2, van de REACH-verordening, op het evenredigheidsbeginsel en op de rechten van de verdediging (daaronder begrepen de beginselen van behoorlijk bestuur en van deskundigheid van het wetenschappelijke advies);

verordening (EU) nr. 348/2013 van de Commissie ten dele nietig te verklaren, voor zover zij op rij 16, vijfde kolom, van bijlage XIV, onder het kopje „Vrijgestelde (categorieën van) vormen van gebruik” niet de volgende vrijstelling bevat: „gebruik, voor productiedoeleinden, van chroomtrioxide in een waterige oplossing, waarbij een dosis van maximaal 5µg/m³ (of 0,005 mg/m³) niet wordt overschreden” of een soortgelijke formulering gericht op het verlenen van vrijstelling voor het „gebruik van chroomtrioxide voor het galvaniseren, etsen, electrolytisch polijsten of op andere wijzen behandelen van oppervlakten of voor menging”, of woorden met dezelfde strekking gericht op vrijstelling van de werkingssfeer van de bestreden handeling;

verweerster te gelasten verordening (EU) nr. 348/2013 van de Commissie te wijzigen teneinde te voldoen aan het arrest van het Gerecht;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen vier middelen aan.

Eerste middel: verordening (EU) nr. 348/2013 van de Commissie is onrechtmatig omdat zij op een aantal kennelijke beoordelingsfouten berust, en dient nietig te worden verklaard voor zover zij geen vrijstelling van de autorisatieverplichting bevat voor het gebruik van chroomtrioxide in de verchromingsnijverheid.

Tweede middel: verordening (EU) nr. 348/2013 van de Commissie is gebaseerd op een beoordeling van het risico van een beroepsziekte bij het gebruik van chroomtrioxide voor verschroming, die juridisch noch wetenschappelijk sluitend is (kennelijke beoordelingsfout).

Derde middel: verordening (EU) nr. 348/2013 van de Commissie maakt inbreuk op artikel 58, lid 2, van de REACH-verordening en op het evenredigheidsbeginsel.

Vierde middel: verzoekende partijen hebben geen toegang gekregen tot de documenten die van beslissend belang waren voor de vaststelling van verordening (EU) nr. 348/2013 van de Commissie en verweerster heeft daardoor inbreuk gemaakt op de rechten van verdediging van verzoeksters en op de beginselen van behoorlijk bestuur en van deskundigheid van het wetenschappelijke advies.