Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 13 maart 2014 – Heinrich/BHIM – Commissie (European Network Rapid Manufacturing)
(Zaak T‑430/12)
„Gemeenschapsmerk – Nietigverklaringsprocedure – Gemeenschapsbeeldmerk European Network Rapid Manufacturing – Absolute weigeringsgrond – Nabootsing van het embleem van een intergouvernementele internationale organisatie – Artikel 7, lid 1, sub h, van verordening (EG) nr. 207/2009 – Artikel 6 ter van Verdrag van Parijs”
1. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken die krachtens het Verdrag van Parijs moeten worden geweigerd – Bescherming van de staatsemblemen en emblemen van internationale organisaties – Nabootsing uit heraldisch oogpunt – Beoordelingscriteria (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, sub h) (cf. punten 20, 21, 36‑40, 47, 60‑63)
2. Gemeenschapsmerk – Afstand, verval en nietigheid – Inschrijving in strijd met artikel 7, lid 1, sub h, van verordening nr. 207/2009 – Beeldmerk European Network Rapid Manufacturing (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, sub h) (cf. punten 64‑70)
Voorwerp
| Beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 5 juli 2012 (zaak R 793/2011‑1), met betrekking tot een procedure tot nietigverklaring tussen de Europese Commissie en Heinrich Beteiligungs GmbH |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Heinrich Beteiligungs GmbH zal haar eigen kosten dragen alsmede die van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM). |