Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 28 april 2003 ingesteld door Nuova Agricast S.r.l. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-139/03)

    Procestaal: Italiaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 28 april 2003 beroep tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen ingesteld door bovengenoemde verzoekster, vertegenwoordigd en bijgestaan door Michele Arcangelo Calabrese, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(de bestreden maatregelen nietig te verklaren;

(de Commissie van de Europese Gemeenschappen te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met dit beroep komt verzoekster op tegen:

1) de brief van de Commissie van 3 februari 2003 *D/50721, COMP/G1 D(03)142/PI/cpb

(inzake raadpleging van de autoriteiten van de lidstaat waarvan de documenten afkomstig zijn);

2) de mededeling van de Commissie bij telefax van 14 maart 2003, SG.B.2/MM. D(2003);

3) de brief van de Commissie van 12 maart 2003 *D/51652, COMP/G1/PI/cpb D(03).

Tot staving van haar conclusies voert verzoekster aan:

( doordat de Commissie de autoriteiten van de lidstaat, die de ter inzage gevraagde documenten heeft opgesteld, heeft geraadpleegd en dit heeft gedaan hoewel het voor haar reeds duidelijk was dat de bestreden documenten van het recht op toegang waren uitgesloten omdat zij "vielen" onder de uitzondering "het doel van inspecties, onderzoeken en audits", heeft zij de procedurele waarborgen geschonden die aan de particulier worden geboden door artikel 4, lid 4, van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, van 31.05.2001, blz. 43), en het gelijkluidende artikel 5, lid 2, van de overeenkomstige uitvoeringsbepalingen. Zij heeft ook haar eigen "Bestuurlijke Gedragscode", hoofdstuk "Algemene beginselen van goed bestuur", onderdeel "Consequentie", geschonden. De onrechtmatigheid van de raadpleging leidt volgens verzoekster ook tot de onrechtmatigheid van de gedeeltelijke weigering van toegang, die met name gebaseerd is op het antwoord waarmee de Italiaanse autoriteiten de openbaarmaking hebben geweigerd;

( verzoekster stelt voorts dat sprake is van ongelijke behandeling ten opzichte van een ander verzoek om toegang tot documenten (dat door een ander rechtssubject is ingediend), die tot dezelfde categorie behoren als de documenten die zij ter inzage heeft gevraagd;

( verzoekster stelt bovendien dat de Commissie, doordat zij in het bijzonder als toereikend heeft beschouwd de schijnbare motivering van de ondertekenende functionaris die verwijst naar een maatregel van een nationale rechter, waarbij een nationale wet is toegepast die naar algemeen bekend minder transparant is dan de bepalingen van verordening (EG) nr. 1049/2001, een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt en tegelijkertijd artikel 4, lid 5, van verordening (EG) nr. 1049/2001, het beginsel van goed bestuur en de plicht tot toereikende motivering van de beschikkingen van de instellingen heeft geschonden;

( ten slotte stelt verzoekster schending van haar recht van verweer, voorzover de toegang tot de betrokken documenten voor haar de enige mogelijkheid is om te beoordelen of de beschikking tot goedkeuring van een staatssteunregeling rechtmatig is.

____________