Language of document :

Arrest van het Gerecht van 20 december 2023 – EVH/Commissie

(Zaak T-53/21)1

(„Mededinging – Concentraties – Duitse gas- en elektriciteitsmarkten – Besluit waarbij een concentratie verenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Motiveringsplicht – Begrip ‚één concentratie’ – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Recht om te worden gehoord – Afbakening van de markt – Onderzoeksperiode – Beoordeling van de gevolgen van de concentratie voor de mededinging – Kennelijke beoordelingsfouten – Verbintenissen – Zorgvuldigheidsplicht”)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: EVH GmbH (Halle [Saale], Duitsland) (vertegenwoordigers: I. Zenke en T. Heymann, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. Meessen en J. Szczodrowski, gemachtigden, bijgestaan door T. Funke en A. Dlouhy, advocaten)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: E.ON SE (Essen, Duitsland) (vertegenwoordigers: C. Grave, C. Barth en D.-J. dos Santos Goncalves, advocaten), RWE AG (Essen) (vertegenwoordigers: U. Scholz, J. Ziebarth en J. Siegmund, advocaten)

Voorwerp

Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert verzoekster nietigverklaring van besluit C(2019) 6530 final van de Commissie van 17 september 2019, waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-Overeenkomst (zaak M.8870 – E.ON/Innogy).

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

EVH GmbH draagt haar eigen kosten alsmede de kosten van de Europese Commissie, E.ON SE en RWE AG.

____________

1     PB C 138 van 19.4.2021.