Beschikking van het Gerecht van 5 maart 2024 – YU/Commissie
(Zaak T-529/23)1
[„Beroep wegens nalaten – Staatssteun – Klacht – Artikel 1, onder h), van verordening (EU) 2015/1589 – Begrip ‚belanghebbende’ – Geen procesbevoegdheid – Beroep tot nietigverklaring – Niet voor beroep vatbare handeling – Kennelijk niet-ontvankelijk beroep – Verzoek om rechtsbijstand”]
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: YU (vertegenwoordiger: L. Frölich, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Stromsky, I. Barcew en A. Steiblytė, gemachtigden)
Voorwerp
Met zijn beroep verzoekt verzoeker het Gerecht primair, op grond van artikel 265 VWEU, vast te stellen dat de Europese Commissie onrechtmatig heeft nagelaten een standpunt in te nemen over de in de zaken SA.46963 en SA.52275 ingediende klachten betreffende vermeende door de Franse autoriteiten toegekende staatssteun, en subsidiair, op grond van artikel 263 VWEU, de beschikkingen die waren vervat in de aan hem gerichte brieven van de Commissie van 14 en 20 juli 2023, nietig te verklaren.
Dictum
Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Het verzoek om rechtsbijstand wordt afgewezen.
YU wordt verwezen in de kosten.
____________
1 PB C /2023/1165 van 4.12.2023.