Language of document : ECLI:EU:T:2015:448

Zaak T‑214/13

Rainer Typke

tegen

Europese Commissie

„Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Documenten betreffende vergelijkend onderzoek EPSO/AD/230‑231/12 – Impliciete weigering van toegang – Weigering van toegang – In repliek ingediend verzoek tot aanpassing van de conclusies – Termijn – Intrekking van het impliciete besluit – Afdoening zonder beslissing – Begrip ‚document’ – Extractie en organisatie van in elektronische gegevensbanken opgeslagen informatie”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 2 juli 2015

1.      Gerechtelijke procedure – Beschikking of verordening die in de loop van het geding in de plaats komt van de bestreden handeling – Nieuw gegeven – Verzoek om uitbreiding van de aanvankelijke conclusies en middelen – Termijn voor de indiening van een dergelijk verzoek – Aanvang – Datum van mededeling van de nieuwe handeling aan de belanghebbenden

(Art. 263, zesde alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 102)

2.      Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Procesbelang – Beroep gericht tegen een impliciete weigering van de Commissie betreffende een verzoek om toegang tot documenten – Besluit dat in de loop van het geding wordt vervangen door een uitdrukkelijk besluit – Verzoeker die een nieuw beroep tegen laatstbedoeld besluit heeft ingesteld – Verdwijnen van het procesbelang

(Art. 263 VWEU; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 7 en 8)

3.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Verplichting voor de instelling om een concreet en individueel onderzoek van de documenten te verrichten – Onderzoek dat bijzonder zwaar en inadequaat is – Afwijking van de onderzoekverplichting – Beperkte strekking – Verplichting voor de instelling om overleg te plegen met de verzoeker

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 6, lid 3)

4.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Onderscheid tussen document en informatie – Verplichting van een instelling om in te gaan op elk verzoek om inlichtingen van een particulier – Geen

[(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, lid 1, en 3, a)]

5.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Werkingssfeer – Verzoek om toegang waarmee een doorzoeking van gegevensbanken wordt verlangd – Daaronder begrepen – Grenzen – Mededeling van gegevens uit die gegevensbanken volgens een schema waarin die gegevensbanken niet voorzien – Daarvan uitgesloten

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, lid 3, 3, a), en 4]

6.      Instellingen van de Europese Unie – Recht van toegang van het publiek tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Weigering van toegang tot een document op grond dat dit niet bestaat of niet in het bezit is van de betrokken instelling – Vermoeden dat dit document niet bestaat op grond dat de betrokken instelling dit verklaart – Toepassing in het geval van een verzoek om toegang tot gegevensbanken

(Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 27‑29)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 33‑37)

3.      In het kader van een uit hoofde van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie ingediend verzoek om toegang, is de kwalificatie van het document niet gekoppeld aan de aanzienlijke werklast die een dergelijk verzoek eventueel meebrengt voor de betrokken administratie. Derhalve leidt zelfs de situatie waarin een dergelijk verzoek het gevaar meebrengt dat de goede werking van de administratie wordt verlamd, niet tot niet-ontvankelijkheid van dit verzoek. In een dergelijke uitzonderlijke situatie brengt het recht van de instelling om overeenkomstig artikel 6, lid 3, van verordening nr. 1049/2001 met de verzoeker naar een „billijke oplossing” te zoeken, de mogelijkheid tot uitdrukking om, zij het in zeer beperkte mate, rekening te houden met de noodzaak, de belangen van de verzoeker te verzoenen met die van een behoorlijk bestuur.

(cf. punt 51)

4.      Voor de toepassing van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, is het noodzakelijk om onderscheid te maken tussen de begrippen „document” en „informatie”.

Informatie onderscheidt zich immers in het bijzonder van een document doordat het is gedefinieerd als een gegevenselement dat, met name, kan zijn opgenomen in een of meer documenten. Aangezien in geen enkele bepaling van verordening nr. 1049/2001 sprake is van het recht op toegang tot informatie in eigenlijke zin, kan hieruit niet worden afgeleid, dat het recht op toegang van het publiek tot een document van een instelling, dat voortvloeit uit artikel 2, lid 1, van die verordening, voor de Commissie de verplichting inhoudt om in te gaan op elk verzoek om inlichtingen van een particulier.

(cf. punten 53, 54)

5.      Over het algemeen heeft het recht op toegang tot documenten van de instellingen, in de zin van artikel 2, lid 3, van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, enkel betrekking op bestaande documenten die in het bezit zijn van de betrokken instelling. Een verzoek om toegang waaraan de instelling enkel zou kunnen voldoen door een nieuw document te creëren, is derhalve geen verzoek om gedeeltelijke toegang en gaat het kader van verordening nr. 1049/2001 te buiten, ook al zou dat nieuwe document gebaseerd zijn op elementen die reeds voorkomen in bestaande documenten die in haar bezit zijn.

De instelling is, indien bij haar een toegangsverzoek wordt ingediend waarmee van haar wordt verlangd dat zij een van haar gegevensbanken volgens door de verzoeker gedefinieerde parameters doorzoekt, behoudens de eventuele toepassing van artikel 4 van verordening nr. 1049/2001, verplicht aan dit verzoek te voldoen, indien het verlangde onderzoek kan worden uitgevoerd met behulp van de zoekinstrumenten die voor de betrokken gegevensbank beschikbaar zijn.

Aangenomen kan immers worden dat, als gevolg van de complexe relaties die binnen een gegevensbank tussen elk gegeven en verscheidene andere gegevens bestaan, de inhoud van een gegevensbank op verschillende wijzen kan worden gepresenteerd. Ook kan ervoor worden gekozen om slechts een deel van de op een bepaalde wijze gepresenteerde gegevens te laten zien en de overige gegevens onleesbaar te maken.

Daarentegen kan in het kader van een op verordening nr. 1049/2001 gebaseerd verzoek om toegang tot documenten niet van een instelling worden verlangd dat zij alle in een van haar gegevensbanken, of zelfs in alle gegevensbanken, opgenomen gegevens dan wel een deel daarvan voor de verzoeker openbaar maakt en daarbij die gegevens rangschikt volgens een schema waarin die gegevensbank niet voorziet. Een dergelijk verzoek is er op gericht dat een nieuw document wordt gecreëerd en valt dus buiten het bestek van verordening nr. 1049/2001. Daarmee wordt immers niet verzocht om gedeeltelijke toegang tot een document met gegevens die zijn behandeld volgens een bepaald rangschikkingsschema dat reeds bestaat en kan worden geëxploiteerd met behulp van de instrumenten die de instelling voor de betrokken gegevensbank(en) tot haar beschikking heeft, maar om de creatie van een document dat gegevens bevat die zijn behandeld en onderling zijn gekoppeld volgens een nieuw rangschikkingsschema, dat niet kan worden geëxploiteerd met behulp van deze instrumenten, en dus om de creatie van een nieuw document in de zin van artikel 3, onder a), van voornoemde verordening. Bijgevolg kan, wat gegevensbanken betreft, al hetgeen via een gewone of routinematige zoekprocedure uit dergelijke banken kan worden opgevraagd, het voorwerp zijn van een op verordening nr. 1049/2001 gebaseerd verzoek om toegang.

(cf. punten 55‑59)

6.      Van elke verklaring der instellingen dat de in het kader van verordening nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gevraagde documenten niet bestaan, gaat een eenvoudig vermoeden van wettigheid uit. Dit vermoeden geldt ook in de situatie waarin een instelling verklaart dat de combinatie van gegevens die het voorwerp vormt van het verzoek om toegang niet wordt ondersteund door de gegevensbank(en) waarin deze gegevens zijn opgeslagen en dat die combinatie dus niet kan worden verkregen door middel van een normale of routinematige zoekactie.

(cf. punt 66)