Language of document :

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 4 oktober 2006 - Tillack / Commissie

(Zaak T-193/04)1

["Onderzoek van Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) betreffende verspreiding van vertrouwelijke informatie - Verdenkingen van omkoping en schending van beroepsgeheim - Mededeling aan nationale gerechtelijke autoriteiten van informatie over feiten die aanleiding kunnen geven tot strafrechtelijke vervolging - Huiszoeking in woning en kantoor van journalist - Beroep tot nietigverklaring - Ontvankelijkheid - Beroep tot schadevergoeding - Causaal verband - Voldoende gekwalificeerde schending"]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Hans-Martin Tillack (Brussel, België) (vertegenwoordigers: I. Forrester, QC, T. Bosly, C. Arhold, N. Flandin, J. Herrlinger en J. Siaens, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: C. Docksey en C. Ladenburger, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verzoekende partij: International Federation of Journalists (IFJ) (Brussel, België) (vertegenwoordigers: A. Bartosch en T. Grupp, advocaten)

Voorwerp

In de eerste plaats, een verzoek tot nietigverklaring van de handeling waarbij het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) op 11 februari 2004 de Duitse en de Belgische gerechtelijke autoriteiten informatie heeft meegedeeld over verdenkingen van schending van het beroepsgeheim en omkoping en, in de tweede plaats, een vordering tot vergoeding van de immateriële schade die verzoeker heeft geleden als gevolg van deze mededeling van informatie en de publicatie van perscommuniqués door het OLAF.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Op het verzoek om overlegging van documenten hoeft niet te worden beslist.

Verzoeker wordt verwezen in zijn eigen kosten en die van de Commissie, met inbegrip van de kosten van de kortgedingprocedure.

De Internationale Federatie van Journalisten zal haar eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 251 van 9.10.2004.