Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 9 november 2022 –
CB/EUIPO – China Construction Bank (CCB)
(Zaak T‑639/21) (1)
„Uniemerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor Uniebeeldmerk CCB – Ouder Uniebeeldmerk CB – Oudere internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Unie – Beeldmerk CB – Relatieve weigeringsgronden – Geen gevaar van verwarring – Bekendheid en groot onderscheidend vermogen van het oudere merk – Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001] – Artikel 8, lid 5, van verordening nr. 207/2009 (thans artikel 8, lid 5, van verordening 2017/1001) – Artikel 94, lid 1, van verordening 2017/1001”
1. Uniemerk – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Bevoegdheid van het Gerecht – Heronderzoek van de feiten tegen de achtergrond van bewijsstukken die voor het eerst voor het Gerecht zijn overgelegd – Daarvan uitgesloten
(Verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 72)
(zie punten 27, 28)
2. Uniemerk – Procedurevoorschriften – Motivering van de beslissingen – Artikel 94, lid 1, eerste zin, van verordening 2017/1001 – Draagwijdte identiek aan die van artikel 296 VWEU – Impliciete motivering door de kamer van beroep – Toelaatbaarheid – Voorwaarden
(Art. 296 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2; verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 94, eerste zin)
(zie punten 35‑37, 50)
3. Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beoordelingscriteria
[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]
(zie punten 57, 58, 79, 81, 82)
4. Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Overeenstemming van de betrokken merken – Beoordelingscriteria – Inaanmerkingneming van de verkoopmodaliteiten – Daarvan uitgesloten
[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]
(zie punten 65, 66, 94, 95)
5. Uniemerk – Beslissingen van het Bureau – Rechtmatigheid – Eerdere beslissingspraktijk van het Bureau
(Verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad)
(zie punt 92)
6. Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beeldmerken CCB en CB
[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]
(zie punten 100, 101, 106, 107, 109, 113)
7. Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarden – Overeenstemming van de betrokken merken – Beoordelingscriteria
(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b), en lid 5)
(zie punten 119, 121)
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Groupement des cartes bancaires (CB) wordt verwezen in de kosten. |