Language of document : ECLI:EU:T:2022:698


 


 



Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 9 november 2022 –
CB/EUIPO – China Construction Bank (CCB)

(Zaak T639/21) (1)

„Uniemerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor Uniebeeldmerk CCB – Ouder Uniebeeldmerk CB – Oudere internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Unie – Beeldmerk CB – Relatieve weigeringsgronden – Geen gevaar van verwarring – Bekendheid en groot onderscheidend vermogen van het oudere merk – Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001] – Artikel 8, lid 5, van verordening nr. 207/2009 (thans artikel 8, lid 5, van verordening 2017/1001) – Artikel 94, lid 1, van verordening 2017/1001”

1.      Uniemerk – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Bevoegdheid van het Gerecht – Heronderzoek van de feiten tegen de achtergrond van bewijsstukken die voor het eerst voor het Gerecht zijn overgelegd – Daarvan uitgesloten

(Verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 72)

(zie punten 27, 28)

2.      Uniemerk – Procedurevoorschriften – Motivering van de beslissingen – Artikel 94, lid 1, eerste zin, van verordening 2017/1001 – Draagwijdte identiek aan die van artikel 296 VWEU – Impliciete motivering door de kamer van beroep – Toelaatbaarheid – Voorwaarden

(Art. 296 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2; verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 94, eerste zin)

(zie punten 3537, 50)

3.      Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beoordelingscriteria

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]

(zie punten 57, 58, 79, 81, 82)

4.      Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Overeenstemming van de betrokken merken – Beoordelingscriteria – Inaanmerkingneming van de verkoopmodaliteiten – Daarvan uitgesloten

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]

(zie punten 65, 66, 94, 95)

5.      Uniemerk – Beslissingen van het Bureau – Rechtmatigheid – Eerdere beslissingspraktijk van het Bureau

(Verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad)

(zie punt 92)

6.      Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beeldmerken CCB en CB

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b)]

(zie punten 100, 101, 106, 107, 109, 113)

7.      Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarden – Overeenstemming van de betrokken merken – Beoordelingscriteria

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, b), en lid 5)

(zie punten 119, 121)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Groupement des cartes bancaires (CB) wordt verwezen in de kosten.


1 PB C 481 van 29.11.2021.