Beschikking van de kortgedingrechter van het Gerecht van 11 juni 2007 – Município de Gondomar / Commissie
(Zaak T‑324/06 R)
„Kort geding – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Intrekking van financiële bijstand – Cohesiefonds – Rechtstreeks geraakt worden – Niet-ontvankelijkheid – Spoedeisendheid”
1. Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Ontvankelijkheid van beroep in hoofdzaak – Irrelevant – Grenzen (Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 1, eerste alinea) (cf. punt 27)
2. Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken (Art. 230, vierde alinea, EG; verordening nr. 1164/94 van de Raad, art. 12, lid 1, sub h; verordening nr. 1831/94 van de Commissie, art. 5, lid 2, en 7) (cf. punten 34‑37, 41, 43, 47)
3. Europese Gemeenschappen – Rechterlijk toezicht op wettigheid van handelingen van instellingen (Art. 10 EG, 230, vierde alinea, EG en 234 EG) (cf. punten 45‑46)
4. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade (Art. 242 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 51‑52, 55)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van beschikking C(2006) 3782 van de Commissie van 16 augustus 2006 tot intrekking van de financiële bijstand van het Cohesiefonds aan project nr. 95/10/61/017 – Sanering van Groot-Porto/Zuiden – Subsysteem voor Gondomar, toegekend bij beschikking C(95) 3281 van de Commissie van 18 december 1995 |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |