Language of document :

Beroep ingesteld op 14 mei 2007 - Avaya / BHIM - ZyXEL Communications (VANTAGE CNM)

(Zaak T-171/07)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Avaya Inc. (Basking Ridge, VSA) (vertegenwoordigers: A. Beschorner, B. Glaser, C. Thomas, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: ZyXEL Communications Corp. (Hsin-Chu, Taiwan)

Conclusies

vernietiging van beslissing nr. R 156/2006-2 van de tweede kamer van beroep van 14 maart 2007 betreffende gemeenschapsmerkaanvraag nr. 3 291 457 "VANTAGE CNM"; en

verwijzing van verweerder in de kosten van de procedure voor het Gerecht en verwijzing van interveniënte in de kosten van de administratieve procedure voor de kamer van beroep.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: ZyXEL Communications Corp.

Betrokken gemeenschapsmerk: communautair beeldmerk "VANTAGE" voor waren en diensten van de klassen 9 en 42 - aanvraag nr. 3 291 457

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: Avaya Inc.

Oppositiemerk of -teken: communautair woordmerk "MULTIVANTAGE" voor waren en diensten van de klassen 9, 38 en 42 - aanvraag nr. 2 409 589

Beslissing van de oppositieafdeling: volledige afwijzing

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee verschillende middelen aan: schending van het gelijkheidsbeginsel en van vaste rechtspraak en schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk en van de algemene beginselen van het merkenrecht.

Met haar eerste middel stelt verzoekster dat de kamer van beroep is afgeweken van een eerdere beslissing in een gelijklopende zaak betreffende een nagenoeg identieke kwestie zonder deze plotse ommezwaai in haar praktijk te motiveren.

Met haar tweede middel stelt verzoekster bovendien dat de kamer van beroep niet voldoende rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat de door de conflicterende merken aangeduide waren en diensten dezelfde zijn en dat de merken zelf in hoge mate overeenstemmen.

____________