Language of document :

Beroep ingesteld op 27 december 2012 - NIOC e.a./Raad

(Zaak T-577/12)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: National Iranian Oil Company PTE Ltd (NIOC) (Singapore, Singapore); National Iranian Oil Company International Affairs Ltd (NIOC International Affairs) (Londen, Verenigd Koninkrijk); Iran Fuel Conservation Organization (IFCO) (Teheran, Iran); Karoon Oil & Gas Production Co. (Ahwaz, Iran); Petroleum Engineering & Development Co. (PEDEC) (Teheran); Khazar Exploration and Production Co. (KEPCO) (Teheran); National Iranian Drilling Co. (NIDC) (Ahwaz); South Zagros Oil & Gas Production Co. (Shiraz, Iran); Maroun Oil & Gas Co. (Ahwaz); Masjed-Soleyman Oil & Gas Co. (MOGC) (Khouzestan, Iran); Gachsaran Oil & Gas Co. (Ahmad, Iran); Aghajari Oil & Gas Production Co. (AOGPC) (Omidieh, Iran); Arvandan Oil & Gas Co. (AOGC) (Khoramshar, Iran); West Oil & Gas Production Co. (Kermanshah, Iran); East Oil & Gas Production Co. (EOGPC) (Mashhad, Iran); Iranian Oil Terminals Co. (IOTC) (Teheran); Pars Special Economic Energy Zone (PSEEZ) (Boushehr, Iran); en Iran Liquefied Natural Gas Co. (Teheran) (vertegenwoordiger: J.-M. Thouvenin, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2012 van de Raad van 15 oktober 2012 nietig verklaren, voor zover zij verzoeksters betreft;

besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 nietig verklaren, voor zover het verzoeksters betreft;

verklaren dat verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 op hen niet van toepassing is;

verklaren dat besluit 2012/635/GBVB op hen niet van toepassing is;

de Raad verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters zeven middelen aan.

Het eerste middel berust op het ontbreken van motivering in strijd met artikel 296 VWEU, aangezien de uitvoeringsverordening waarbij verzoeksters worden geplaatst op de lijst van entiteiten tegen wie maatregelen worden genomen, niet uitdrukkelijk vermeldt op welke rechtsgrondslag zij is gebaseerd.

Het tweede middel betreft het ontbreken van een rechtsgrondslag, aangezien de rechtsgrondslag voor uitvoeringsverordening nr. 945/20122 verordening nr. 267/2012 zou zijn, die niet-toepasselijk op verzoeksters moet worden verklaard, ten eerste omdat deze verordening is vastgesteld onder schending van artikel 296 VWEU en van artikel 215 VWEU, en ten tweede omdat artikel 23, lid 2, sub d, ervan, dat de rechtsgrondslag vormt voor de plaatsing van verzoeksters op de lijst van bijlage IX bij verordening nr. 267/2012 de Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie schendt.

Het derde, het vierde, het vijfde en het zesde middel, die worden ingeroepen ter ondersteuning van de nietigheid van de plaatsing van verzoeksters op de lijst van bijlage IX bij verordening nr. 267/2012 en op die van de bijlage bij besluit 2012/635/GBVB, betreffen: i) een onjuiste rechtsopvatting, ii) een onjuiste beoordeling van de feiten, iii) de omstandigheid dat bedoelde plaatsing op de lijst het recht van verdediging, het recht op behoorlijk bestuur en het recht op effectieve rechterlijke bescherming schendt, en iv) de omstandigheid dat bedoelde plaatsing op de lijst in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

Met het zevende middel wordt aangevoerd dat artikel 1, punt 8, van besluit 2012/635/GBVB, dat de rechtsgrondslag zou vormen voor de plaatsing van verzoeksters op de lijsten van entiteiten op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn, niet op hen van toepassing is op grond dat die bepaling in strijd is met de Verdragen, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het evenredigheidsbeginsel.

____________

1 - Uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2012 van de Raad van 15 oktober 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 282, blz. 16).

2 - Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1).

3 - Besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 282, blz. 58).