Beschikking van de president van het Gerecht van 19 februari 2008 – CPEM / Commissie
(Zaak T‑444/07 R)
„Kort geding – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Indiening van aanvraag – Niet-ontvankelijkheid – Vereniging – Financiële schade – Geen spoedeisendheid”
1. Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Verzoekschrift – Vormvereisten (Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, leden 2 en 3) (cf. punten 24‑25, 30-33)
2. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Situatie waarin voortbestaan van verzoekende vennootschap in gevaar komt (Art. 242 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 36‑43)
3. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade (Art. 242 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 50‑52)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van debetnota nr. 3240912189 van 17 december 2007 met betrekking tot beschikking C(2007) 4645 van de Commissie van 4 oktober 2007, waarbij de bijstand van het Europees Sociaal Fonds die bij beschikking C(1999) 2645 van 17 augustus 1999 aan het CPEM was verleend, wordt ingetrokken |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |