Language of document :

Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 16 januari 2007 - Borbély / Commissie

(Zaak F-126/05)1

(Ambtenaren - Vergoeding van kosten - Inrichtingsvergoeding - Dagvergoeding - Reiskosten bij indiensttreding - Plaats van aanwerving - Volledige rechtsmacht)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Andrea Borbély (Brussel, België) (vertegenwoordiger: R. Stötzel, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: J. Currall en H. Kraemer, gemachtigden)

Voorwerp

Nietigverklaring van het besluit van de Commissie houdende weigering om verzoekster de inrichtingsvergoeding, de dagvergoeding en de vergoeding van reiskosten na vaststelling van haar plaats van aanwerving te Brussel toe te kennen

Dictum

Het besluit van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 maart 2005 wordt nietig verklaard, voor zover daarbij wordt geweigerd om de verzoekende partij de inrichtingsvergoeding voorzien in artikel 5, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut en de dagvergoeding voorzien in artikel 10, lid 1, van die bijlage toe te kennen.

De Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt veroordeeld tot betaling aan de verzoekende partij, overeenkomstig de geldende statutaire regels, van de bedragen van die vergoedingen, vermeerderd met moratoire interessen vanaf de data waarop deze respectievelijk verschuldigd waren en tot de datum van daadwerkelijke betaling, tegen de door de ECB voor de basisherfinancieringstransacties vastgestelde en gedurende de betrokken periode geldende rentevoet, vermeerderd met twee punten.

Het beroep wordt voor het overige verworpen.

Elke partij zal de eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 60 van 11.3.2006, blz. 54.