Language of document :

Beschikking van het Gerecht van 19 oktober 2021 – JH / Europol

(Zaak T-208/20)1

(„Beroep tot schadevergoeding – Openbare dienst – Tijdelijke functionarissen – Europol – Bewijskracht van het bewijsmateriaal – Ontbreken van een bezwarende handeling – Onregelmatigheid van de precontentieuze procedure – Niet-ontvankelijkheid”)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: JH (vertegenwoordigers: M. Quaas en T. Flachsbarth, advocaten)

Verwerende partij: Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (vertegenwoordigers: O. Sajin en A. Ketels, gemachtigden, bijgestaan door B. Wägenbaur, advocaat)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 270 VWEU tot vergoeding van de schade die verzoeker zou hebben geleden als gevolg van, ten eerste, de instructie van Europol van 2 april 2019 om hem met onmiddellijke ingang van zijn taken te ontheffen en, ten tweede, het verzuim om overeenkomstig de toepasselijke bepalingen een tegen hem gerichte klacht te hebben onderzocht

Dictum

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

JH wordt verwezen in de kosten.

____________

1     PB C 191 van 8.6.2020.