Language of document :

Beroep ingesteld op 9 januari 2014 – Spanje / Commissie

(Zaak T-25/14)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordigers: M. García-Valdecasas Dorrego, Abogado del Estado)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het besluit van de Europese Commissie van 29 oktober 2013 inzake de overeenstemming van de eenheidstarieven voor heffingszones voor 2014 met artikel 17 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013 nietig te verklaren, voor zover het betrekking heeft op de vaststelling van een tarief voor Spanje van 71,69 EUR (Continentaal Spanje) en 58,36 EUR (Spanje, Canarische Eilanden), en

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep is gericht tegen     het besluit van de Europese Commissie van 29 oktober 2013 inzake de overeenstemming van de eenheidstarieven voor heffingszones voor 2014 met artikel 17 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013 nietig te verklaren, voor zover het betrekking heeft op de vaststelling van een tarief voor Spanje van 71,69 EUR (Continentaal Spanje) en 58,36 EUR (Spanje, Canarische Eilanden).

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij de volgende middelen aan.

Schending van artikel 2, lid 1, van verordening (EU) nr. 1191/2010 van de Commissie van 16 december 2010, dat betrekking heeft op artikel 11 bis van verordening (EG) nr. 1794/2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten, aangezien deze artikelen bepalen dat afwijkingen die niet meer dan 2 % hoger of lager zijn dan de verkeersprognoses in de lidstaten waar reeds vóór 8 juli 2010 nationale regelingen bestaan die voorzien in een beperking van het eenheidstarief die verder gaat dan de doelstellingen van de Unie, tijdens de eerste referentieperiode 2012-2014 niet ten laste vallen van de dienstverleners.

Schending van het beginsel van de hiërarchie der normen, aangezien een besluit een verordening van de Unie niet kan wijzigen, en evenmin kan bepalen dat een risicodelingsmechanisme “al [moet] worden toegepast” na een verschil van 0 % in plaats van na een verschil van 2 %, wanneer de betrokken verordening dit niet uitdrukkelijk bepaalt.

Niet-nakoming van de te volgen procedure, aangezien de Commissie bij de vaststelling van een nieuw risicoverdelingscriterium in het kader van de tariefregeling niet de procedure heeft gevolgd van artikel 5, lid 3, van verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (de kaderverordening), waarnaar wordt verwezen in artikel 15, lid 4 van verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim. Volgens verzoekster bepalen deze artikelen dat de Commissie uitvoeringsmaatregelen tot vaststelling van de tariefregeling treft en hierbij wordt bijgestaan door het Single Sky Comité, en dat zij de procedure moet volgen van artikel 5 van verordening (EU) nr. 182/2011 van verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

Subsidiair voert verzoekster aan dat de Commissie haar motiveringsplicht niet is nagekomen en artikel 16 van verordening (EG) nr. 550/2004 heeft geschonden, door niet vooraf het Single Sky Comité te raadplegen over de vraag of de houding van Spanje al dan niet in overeenstemming is met de regels en beginselen inzake tarifering.