Language of document : ECLI:EU:T:2014:956





Beschikking van het Gerecht (Achtste kamer) van 11 november 2014 – Bos e.a./Parlement en Raad

(Zaak T‑23/14)

„Beroep tot nietigverklaring – Hervorming van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie – Aanzienlijke vermindering van het aantal jaarlijkse verlofdagen voor ambtenaren en personeelsleden die in een derde land zijn tewerkgesteld – Geen individuele geraaktheid – Kennelijk niet-ontvankelijkheid”

1.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Vaststelling van het voorwerp van het geschil – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Abstracte uiteenzetting – Niet-ontvankelijkheid (Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c) (cf. punt 18)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Normatieve handeling – Verordening tot wijziging van het ambtenarenstatuut met betrekking tot het jaarlijks verlof van ambtenaren die in een derde land zijn tewerkgesteld – Beroep ingesteld door een ambtenaar op grond van zijn hoedanigheid van ambtenaar van de Unie – Niet individueel geraakt – Niet-ontvankelijkheid – Schending van recht op effectieve rechterlijke bescherming – Geen (Art. 6, lid 1, derde alinea, VEU; art. 256 VWEU, 263, vierde alinea, VWEU, 267 VWEU, 270 VWEU en 277 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47 en 52, lid 7; Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 1; Ambtenarenstatuut, art. 91; verordening nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punten 25, 32, 34, 36, 39, 40)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Normatieve handeling – Verordening tot wijziging van het ambtenarenstatuut met betrekking tot het jaarlijks verlof van ambtenaren die in een derde land zijn tewerkgesteld – Beroep ingesteld door een ambtenaar op grond van zijn objectieve hoedanigheid van ambtenaar in een derde land – Omstandigheid die niet voldoende is om hem te individualiseren ten aanzien van het geheel van ambtenaren die hun ambt in een derde land uitoefenen – Niet-ontvankelijkheid (Art. 263, vierde alinea, VWEU; Ambtenarenstatuut, bijlage X, art. 6; verordening nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punten 42, 43)

4.                     Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen en rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Cumulatieve voorwaarden – Niet-ontvankelijkheid van een beroep wanneer niet aan een van deze voorwaarden is voldaan (Art. 263, vierde alinea, VWEU) (cf. punt 45)

Voorwerp

Beroep tot nietigverklaring, ingesteld krachtens artikel 263 VWEU, van artikel 1, punt 70, van verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (PB L 287, blz. 15), voor zover daarbij bijlage X bij verordening nr. 31 (EEG)/11 (EGA) tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB 1962, 45, blz. 1385), is gewijzigd

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Bos, Kadouch, Krahl en Lunel dragen hun eigen kosten alsmede die van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.

3)

Er behoeft geen uitspraak te worden gedaan op het verzoek tot interventie van de Europese Commissie.