Language of document :

Beroep ingesteld op 4 juli 2007 - Bavaria/Commissie

(Zaak T-235/07)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Bavaria NV (Vertegenwoordigers: O.W. Brouwer, advocaat, D. Mes, advocaat, A.C.E. Stoffer, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekende partij

Gehele dan wel gedeeltelijke nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 18 april 2007 inzake een procedure op grond van artikel 81-EG (Zaak COMP/B-2/37.766 - Nederlandse biermarkt - C(2007) 1697 definitief) voor zover deze Bavaria NV betreft;

Subsidiair, vermindering van de aan Bavaria NV opgelegde boete;

Veroordeling van de Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vecht de beschikking van de Commissie aan van 18 april 2007 betreffende een procedure op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag (zaak nr. COMP/B-2/37.766 - Nederlandse biermarkt) waarbij aan verzoekster een boete werd opgelegd.

Ter ondersteuning van haar verzoekschrift voert verzoekster in de eerste plaats een schending aan van het beginsel van behoorlijk bestuur, doordat de Commissie heeft nagelaten een volledig, zorgvuldig en onpartijdig onderzoek in te stellen.

Ten tweede zou de Commissie artikel 81 EG hebben geschonden door manifeste beoordelingsfouten, een onjuiste toepassing van het recht in de vaststelling van de inbreuk, een schending van het vermoeden van onschuld, van het legaliteitsbeginsel en van de motiveringsvereiste van artikel 253 EG.

Ten derde zou de Commissie de duur van de inbreuk onjuist hebben vastgesteld.

Ten vierde zou de Commissie bij de vaststelling van de hoogte van de aan verzoekster opgelegde boete artikel 23 van Verordening nr. 1/20031, de daarop gebaseerde boeterichtsnoeren2, het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel hebben geschonden.

Ten vijfde roept verzoekster een manifeste overschrijding in van de redelijke termijn voor het onderzoek van de Commissie dat ruim zeven jaar heeft geduurd.

Ten zesde roept verzoekster een schending in van wezenlijke vormvoorschriften, het beginsel van behoorlijk bestuur en van de rechten van verdediging, bestaande uit een weigering toegang te verschaffen tot de antwoorden van andere brouwerijen op de punten van bezwaar en tot onderdelen van het dossier van de Commissie die van essentieel belang waren voor de verdediging van verzoekster.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1).

2 - Mededeling van de Commissie - Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 15, lid 2, van Verordening nr. 17, respectievelijk artikel 65, lid 5, van het EGKS-Verdrag worden opgelegd (PB 1998 C 9, blz. 3)