Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 2 augustus 2002 ingesteld door Piero Gonnelli en Associazione Italiana Frantoiani Oleari (AIFO), tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-231/02)

    Procestaal: Italiaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 2 augustus 2002 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Piero Gonnelli en Associazione Italiana Frantoiani Oleari (AIFO), vertegenwoordigd door Ugo Scuro, advocaat.

Verzoekers concluderen dat het het Gerecht behage:

( verordening (EG) nr. 1019/2002 van de Commissie van 13 juni 2002 betreffende de handelsnormen voor olijfolie in haar geheel nietig te verklaren, en subsidiair, de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 van dezelfde verordening nietig te verklaren.

Middelen en voornaamste argumenten:

Verzoeker, voorzitter van AIFO (Associazione Italiana Frantoiani Oleari), komt op tegen verordening (EG) nr. 1019/2002 van de Commissie van 13 juni 2002 betreffende de handelsnormen voor olijfolie.1

Tot staving van zijn vordering voert verzoeker schending van de artikelen 33, 34, lid 2, tweede alinea, 153, 157 en 253 van het EG-Verdrag aan. De bestreden verordening werkt het behoud van machtsposities van grote ondernemingen van de sector in de hand en belemmert de ontwikkeling van het klein- en middenbedrijf. De verordening biedt de consument geen garanties over de herkomst en de authenticiteit van het product. Meer in het bijzonder moet volgens de verordening op het etiket informatie over de categorie van olijfolie worden gegeven maar deze informatie is ontoereikend om de intrinsieke kwaliteit van het product te garanderen. Concreet is de vermelding van de oorsprong van bij de eerste persing verkregen olijfolie en van bij de eerste persing verkregen extra olijfolie facultatief terwijl de geografische oorsprong van de grondstoffen voor de consument altijd zeer belangrijk is. Ingevolge deze verordening moet het product aan de eindgebruiker worden aangeboden in verpakkingen van maximum 5 liter, wat ten koste gaat van de kleine ondernemers, zoals bij voorbeeld de olijvenpersers die hun product meestal onverpakt ter plekke verkopen.

De bestreden verordening biedt bovendien geen passende garanties inzake de herkomst en de authenticiteit van het product en belemmert de verkoop van kwalitatief hoogstaande oliesoorten die door de consument het gemakkelijkst rechtstreeks kunnen worden gecontroleerd, zoals de olie die rechtstreeks door olijvenpersers wordt aangeboden.

Uit een ander oogpunt benadeelt bovengenoemde verordening, in strijd met de doelstelling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de verhandeling van kwaliteitsolijfolie, zoals die welke rechtstreeks door olijvenpersers wordt verkocht, en worden de productiviteit, de technische vooruitgang en de rationele ontwikkeling van de landbouw erdoor afgeremd.

____________

1 - PB L 155 van 14 juni 2002, blz. 27.