Beschikking van het Gerecht (Tweede kamer) van 17 juni 2008 – Dow AgroSciences / EAVV
(Zaak T-397/06)
„Beroep tot nietigverklaring – Beroep wegens aansprakelijkheid – Richtlijn 91/414/EEG – Gewasbeschermingsmiddelen – Advies van Europese Autoriteit voor voedselveiligheid – Handeling waartegen geen beroep kan worden ingesteld – Voorbereidende handeling – Niet-ontvankelijkheid”
1. Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren (Art. 230 EG; verordening nr. 451/2000 van de Commissie, art. 8, lid 7; richtlijn nr. 91/414 van de Raad) (cf. punten 40-41, 46-47)
2. Exceptie van onwettigheid – Incident – Beroep ten principale niet-ontvankelijk (Art. 241 EG) (cf. punten 63-64)
3. Procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten (Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1) (cf. punten 69-71, 73-74)
4. Procedure – Maatregelen tot organisatie van procesgang – Verzoek tot overlegging van stukken (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 64, lid 3, sub d, en 4) (cf. punten 78-80)
Voorwerp
| Vordering tot nietigverklaring van het advies van de EAVV van 28 juli 2006 betreffende de beoordeling van de werkzame stof haloxyfop‑R op basis van richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230, blz. 1), alsmede vordering tot vergoeding van de geleden schade |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Dow AgroSciences Ltd, de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EAVV) en de Commissie zullen elk hun eigen kosten dragen. |