Beschikking van het Gerecht van 6 september 2012 - Bredenkamp e.a./Commissie
(Zaak T-145/09)
("Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen in verband met situatie in Zimbabwe - Schrapping van betrokken personen van lijst - Beroep tot nietigverklaring - Afdoening zonder beslissing")
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: John Arnold Bredenkamp (Harare, Zimbabwe) (vertegenwoordigers: D. Vaughan, QC, P. Moser, barrister, en R. Khan, solicitor)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. van Nuffel, T. Scharf en M. Konstantinidis, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: aanvankelijk E. Jenkinson, I. Rao en F. Penlington, vervolgens E. Jenkinson, I. Rao en C. Murrell, gemachtigden, bijgestaan door D. Beard, QC) en Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en R. Szostak, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek om nietigverklaring van verordening (EG) nr. 77/2009 van de Commissie van 26 januari 2009 tot wijziging van verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad betreffende bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 23, blz. 5), zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 173/2010 van de Commissie van 25 februari 2010 tot wijziging van verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 51, blz. 13), voor zover deze verordening betrekking heeft op verzoekers
Dictum
Op het onderhavige beroep behoeft niet te worden beslist.
De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten alsook in die van John Arnold Bredenkamp, Alpha International (PVT) Ltd, Breco (Asia Pacific) Ltd, Breco (Eastern Europe) Ltd, Breco (South Africa) Ltd, Breco (UK) Ltd, Breco Group, Breco International, Breco Nominees Ltd, Breco Services Ltd, Corybantes Ltd, Echo Delta Holdings, Masters International Ltd, Piedmont (UK) Ltd, Raceview Enterprises, Scottlee Holdings (PVT) Ltd, Scottlee Resorts Ltd, Timpani Exports Ltd en Tremalt Ltd.
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Raad van de Europese Unie zullen elk hun eigen kosten dragen.
____________1 - PB C 141 van 20.6.2009.