Language of document : ECLI:EU:T:2005:138

Zaak T‑269/02

PepsiCo, Inc.

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Gemeenschapsmerkaanvraag voor woord RUFFLES – Ouder nationaal merk RIFFELS – Nog ouder nationaal merk RUFFLES – Coëxistentie en gelijkwaardigheid van nationale merken en gemeenschapsmerken”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Bezit, door aanvrager van merk, van ouder nationaal merk dat gelijk is aan aangevraagd merk en ouder is dan nationaal merk waarop oppositie is gebaseerd – Invloed

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8)

In het kader van een oppositieprocedure tegen de inschrijving van een gemeenschapsmerk krachtens de artikelen 42 en volgende van verordening nr. 40/94, kan het feit alleen dat de aanvrager van het gemeenschapsmerk houder is van een nationaal merk dat ouder is dan het nationale oppositiemerk en gelijk is aan het aangevraagde gemeenschapsmerk, de afwijzing van de oppositie niet rechtvaardigen. Daarvoor moet de aanvrager eveneens aantonen dat hij de nietigverklaring van het nationale oppositiemerk door de bevoegde nationale autoriteiten heeft verkregen.

De geldigheid van een nationaal merk kan immers niet worden betwist in een procedure tot inschrijving van een gemeenschapsmerk, maar alleen in een in de betrokken lidstaat ingeleide nietigverklaringsprocedure. Verder dient het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) weliswaar op basis van de door de opposant te verstrekken bewijzen het bestaan van het ter onderbouwing van de oppositie aangevoerde nationale merk te onderzoeken, maar het dient niet een conflict tussen dit merk en een ander merk op nationaal niveau te beslechten, aangezien een dergelijk conflict tot de bevoegdheid van de nationale autoriteiten behoort.

(cf. punten 25‑26)