Language of document : ECLI:EU:T:2013:274





Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 28 mei 2013 –
Chiboub/Raad

(Zaak T‑188/11)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege situatie in Tunesië – Bevriezing van tegoeden – Ontbreken van rechtsgrondslag”

1.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten wegens situatie in Tunesië – Bevriezing van tegoeden van personen betrokken bij verduistering van overheidsmiddelen en van met hen geassocieerde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen – Besluit genomen in aan belanghebbende bekende context, zodat hij strekking van hem betreffende maatregel kan begrijpen – Toelaatbaarheid van beknopte motivering – Grenzen – Motivering die niet kan bestaan in algemene en stereotype formulering (Art. 296 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, sub c; besluit 2011/79 van de Raad) (cf. punten 38‑44)

2.                     Gerechtelijke procedure – Verplichting voor rechter om door partijen afgebakende grenzen van geding te eerbiedigen – Verplichting voor rechter om enkel op basis van door partijen aangevoerde argumenten uitspraak te doen – Geen (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 2) (cf. punten 47, 48)

3.                     Europese Unie – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten wegens situatie in Tunesië – Bevriezing van tegoeden van personen betrokken bij verduistering van overheidsmiddelen en van met hen geassocieerde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen – Bij uitvoeringsbesluit opgelegde bevriezing van tegoeden wegens witwassen van geld – Overlapping van begrippen verduisteren van overheidsmiddelen en witwassen van geld – Geen – Vermoeden van noodzakelijk verband tussen witwassen van geld door familieleden van bestuurders van land en verduisteren van overheidsmiddelen – Geen – Nietigverklaring (Besluiten van de Raad 2011/72, art. 1, lid 1, en 2011/79) (cf. punten 52‑57, 68‑71, 73, 75, 87)

4.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op rechtmatigheid van handelingen van instellingen – Restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten wegens situatie in Tunesië – Bevriezing van tegoeden van personen betrokken bij verduistering van overheidsmiddelen en van met hen geassocieerde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen – Beoordeling van rechtmatigheid aan hand van gegevens die beschikbaar waren op tijdstip van vaststelling van beschikking (Besluit 2011/72 van de Raad) (cf. punt 85)

5.                     Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Beperking door het Hof – Restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten wegens situatie in Tunesië – Nietigverklaring, op twee verschillende tijdstippen, van twee handelingen met dezelfde restrictieve maatregelen – Gevaar voor ernstige aantasting van rechtszekerheid – Handhaving van gevolgen van eerste handeling tot inwerkingtreding van nietigverklaring van tweede handeling (Art 264 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 60; verordening nr. 101/2011 van de Raad; besluit 2011/72 van de Raad) (cf. punten 92‑95)

Voorwerp

Nietigverklaring van in de eerste plaats besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 28, blz. 62), in de tweede plaats uitvoeringsbesluit 2011/79/GBVB van de Raad van 4 februari 2011 tot uitvoering van besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 31, blz. 40), en in de derde plaats verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië (PB L 31, blz. 1), voor zover deze handelingen op verzoeker betrekking hebben

Dictum

1)

De bijlage bij besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië, zoals gewijzigd bij uitvoeringsbesluit 2011/79/GBVB van de Raad van 4 februari 2011 tot uitvoering van besluit 2011/72, wordt nietig verklaard voor zover zij betrekking heeft op Mohamed Slim Ben Mohamed Hassen Ben Salah Chiboub.

2)

Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië wordt nietig verklaard voor zover zij betrekking heeft op Chiboub.

3)

De gevolgen van besluit 2011/72, zoals gewijzigd bij uitvoeringsbesluit 2011/79, worden ten aanzien van Chiboub in stand gelaten totdat de nietigverklaring van verordening nr. 101/2011 voor zover zij op Chiboub betrekking heeft, effect sorteert.

4)

De Raad van de Europese Unie wordt, behalve in zijn eigen kosten, ook in die van Chiboub verwezen.

5)

De Europese Commissie en de Republiek Tunesië dragen ieder hun eigen kosten.