Arrest van het Gerecht van 30 juni 2016 – CW / Raad
(Zaak T-516/13)1
(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië – Bevriezing van tegoeden – Plaatsing van verzoekers naam op de lijst op grond van een nieuwe motivering nadat eerdere maatregelen tot bevriezing van tegoeden waren nietig verklaard – Eigendomsrecht – Evenredigheid – Onjuiste opvatting van de feiten – Misbruik van bevoegdheid – Niet-contractuele aansprakelijkheid – Causaal verband”)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: CW (vertegenwoordiger: A. Tekari, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: G. Étienne en M. Bishop, gemachtigden)
Voorwerp
Ten eerste een verzoek op grond van artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit 2013/409/GBVB van de Raad van 30 juli 2013 tot uitvoering van besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB 2013, L 204, blz. 52), voor zover het verzoeker betreft en, ten tweede, een verzoek op grond van artikel 268 VWEU tot vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden
Dictum
Het beroep wordt verworpen.
CW zal zijn eigen kosten dragen alsmede die van de Raad van de Europese Unie.
____________1 PB C 351 van 6.10.2014.