Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 30 januari 2003 ingesteld door Specialarbejderforbundet i Danmark SID tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-30/03)

    Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 30 januari 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Specialarbejderforbundet i Danmark SID, Kopenhagen, Denemarken, vertegenwoordigd door P. Bentley, QC, A. Worsøe en F. Ragolle, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren beschikking C (2002) 4370 def van de Commissie van 13 november 2002, voorzover daarin geen bezwaar wordt gemaakt tegen fiscale maatregelen die sinds 1 januari 1989 worden toegepast ten gunste van zeelieden aan boord van schepen die in Denemarken in het DAS- of het DIS-register zijn geregistreerd;

(de Commissie in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster, de Specialarbejderforbundet i Danmark, heeft bij de Commissie een klacht ingediend over de belastingheffing van zeelieden aan boord van schepen die in Denemarken in het Deense internationale scheepsregister (DIS) zijn geregistreerd. In de bestreden beschikking heeft de Commissie besloten, geen bezwaar te maken tegen de fiscale maatregelen, en deze aangemerkt als staatssteun die ingevolge artikel 87, lid 3, sub c, EG verenigbaar was en is met de gemeenschappelijke markt.

De litigieuze fiscale maatregelen kennen belastingvrijstellingen toe aan alle zeelieden die tewerkgesteld zijn op in het DIS-register geregistreerde schepen. De Commissie heeft dit verenigbaar geacht met de communautaire richtsnoeren betreffende overheidssteun voor het zeevervoer(1), volgens welke verlaagde tarieven voor de inkomstenbelasting voor EG-zeelieden aan boord van in een lidstaat geregistreerde schepen verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt.

Tot staving van haar verzoek beroept verzoekster zich op schending van wezenlijke procedurevoorschriften en van het beginsel van goed bestuur. Aangezien deze zaak ernstige moeilijkheden veroorzaakt, had de Commissie overeenkomstig artikel 88, lid 2, EG een onderzoek moeten instellen.

Verzoekster beroept zich voorts op schending van artikel 87, lid 3, sub c, EG, juncto de communautaire richtsnoeren betreffende overheidssteun voor het zeevervoer en het vertrouwensbeginsel. De Commissie heeft het begrip "EG-zeelieden" ten onrechte aldus uitgelegd dat dit doelt op alle zeelieden die aan boord van in een lidstaat geregistreerd schip zijn tewerkgesteld.

Tenslotte beroept verzoekster zich op kennelijk onjuiste beoordeling. De Commissie had zich een oordeel moeten vormen van de gevolgen van de belastingvrijstellingen voor de tewerkstelling van in een lidstaat wonende zeelieden die worden tewerkgesteld onder voorwaarden die beantwoorden aan de in de Gemeenschap geldende hoge normen.

____________

1 - ) ((PB C 205, blz. 5).