Language of document :

Beroep ingesteld op 5 maart 2007 - Kerelov / Commissie

(Zaak F-19/07)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Georgi Kerelov (Pazardzhik, Bulgarije) (vertegenwoordiger: A. Kerelov, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig te verklaren het besluit van de jury van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/43/06-CJ van 6 december 2006 om verzoeker niet op de reservelijst van dit vergelijkend onderzoek te plaatsen;

nietig en, zo nodig, onwettig te verklaren het besluit van de jury van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/43/06-CJ van 2 februari 2007 om verzoeker uit te sluiten van dit vergelijkend onderzoek;

de verwerende partij te veroordelen tot betaling aan verzoeker van een forfaitaire vergoeding die ex aequo et bono op 120 491, 28 EUR (twee jaarsalarissen) wordt geraamd met de wettelijke rente vanaf de instelling van het beroep, wegens materiële en immateriële schade die verzoeker door die onwettige besluiten van de jury van het vergelijkend onderzoek heeft geleden;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met betrekking tot het eerste bestreden besluit voert verzoeker tien middelen aan:

1) de gewone juryleden hebben de kandidaten niet vrijelijk kunnen beoordelen, aangezien de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter hun hiërarchieke meerderen waren;

2) de juryleden hadden, anders dan de vaste rechtspraak verlangt, geen kennis van de hoofdtaal van het vergelijkend onderzoek (Bulgaars);

3) de kandidaten moesten teksten vertalen die per gekozen brontaal qua lengte en moeilijkheid niet vergelijkbaar waren;

4) de beoordeling van het schriftelijk examen was willekeurig, daar de jury geen kennis van de Bulgaarse taal had;

5) de duur van het mondelinge examen was per kandidaat zeer verschillend;

6), 7) en 8) de criteria die de jury voor de beoordeling van het mondeling examen heeft toegepast beantwoordden niet aan het doel van dat examen en de aan verschillende kandidaten toegewezen punten waren willekeurig;

9) de kandidaten is hun recht op een grondig heronderzoek van hun prestaties ontnomen, aangezien de reservelijst definitief is opgesteld en in omloop is gebracht vóór het verstrijken van de termijn van 20 dagen die in de aankondiging van vergelijkend onderzoek voor de uitoefening van dit recht is voorzien;

10) de beoordeling door de jury van verzoekers examens, in het bijzonder zijn mondelinge examen, was onregelmatig en voor de punten zijn inconsistente en irrelevante redenen aangevoerd.

Met betrekking tot het tweede bestreden besluit voert verzoeker drie middelen aan:

1) hij betwist de feiten waarop de jury zich voor de vaststelling van dit besluit heeft gebaseerd, namelijk dat hij heeft geprobeerd contact op te nemen met de juryleden;

2) hij betwist de bevoegdheid van de jury om een kandidaat om dergelijke redenen van het vergelijkend onderzoek uit te sluiten, omdat die bevoegdheid zijn inziens alleen aan het EPSO toekomt;

3) zo de jury een dergelijke bevoegdheid heeft, kan zij deze volgens hem niet uitoefenen na opstelling van de reservelijst.

____________