Beschikking van het Gerecht van 16 september 2013 – Bouillez/Raad
(Zaak T-31/13 P)1
(„Hogere voorziening – Openbare dienst – Ambtenaren – Bevordering – Bevorderingsronde 2007 – Besluit om rekwirant niet naar rang AST 7 te bevorderen – Motiveringsplicht – Artikel 266 VWEU – Artikel 45 Statuut – Tegenstrijdige motivering – Vergelijking van verdiensten – Hogere voorziening deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond”)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirant: Vincent Bouillez (Overijse, België) (vertegenwoordigers: D. Abreu Caldas, A. Coolen, J.-N. Louis en E. Marchal, advocaten)
Andere partij in de procedure: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bauer en A. Bisch, gemachtigden)
Voorwerp
Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Derde kamer) van 14 november 2012, Bouillez/Raad (F-75/11, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), en strekkende tot vernietiging van dat arrest
Dictum
De hogere voorziening wordt afgewezen.
Bouillez draagt zijn eigen kosten en wordt verwezen in de kosten die de Raad van de Europese Unie in het kader van deze procedure heeft gemaakt.
________________________1 PB C 86 van 23.3.2013.