Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 18 februari 2005 ingesteld door Athinaïki Techniki SA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-94/05)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 18 februari 2005 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door de vennootschap Athinaïki Techniki SA, gevestigd te Neo Iraklio-Athene (Griekenland), vertegenwoordigd door S. A. Pappas, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

-    nietig te verklaren de beschikking van het directoraat-generaal Mededinging, inhoudende dat geen gevolg wordt gegeven aan de klacht van verzoekster met betrekking tot staatssteun die door de Helleense Republiek is toegekend aan het consortium van Hyatt Regency in het kader van de overheidsopdracht "Casino Mont Parnès", waarvan verzoekster kennis heeft genomen bij brief van 2 december 2004,

-    de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster in de eerste plaats de beweerde schending door de Commissie aan van de verplichting de formele onderzoeksprocedure van de artikelen 88, lid 2, EG-Verdrag en 4, lid 4, van verordening (EG) nr. 659/1999 in te leiden.

In de tweede plaats verwijt verzoekster de Commissie dat de bestreden beschikking verschillende motiveringsgebreken heeft. In dit verband merkt verzoekster op dat de Commissie met geen enkele redenering rechtvaardigt dat er geen sprake is van ernstige moeilijkheden bij de beoordeling en nog minder uitlegt waarom zij van bepaalde cruciale documenten niet op de hoogte is. Bovendien is de bestreden beschikking enkel op de analyse van het directoraat-generaal Mededinging gebaseerd, dat zich echter ertoe heeft beperkt vast te stellen dat het in casu onmogelijk is de communautaire bepalingen toe te passen. Tot slot is verzoekster van mening dat de motivering van de beschikking, te weten dat de betrokken maatregelen niet als staatssteun zijn te beschouwen, ook ontoereikend is en beroept zij zich ook, en dat op dezelfde grond, op schending van artikel 87, lid 1, EG.

____________