Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 5 februari 2007 - Sinara Handel/Raad en Commissie
("Procesincidenten - Exceptie van niet-ontvankelijkheid - Beroep tot schadevergoeding - Winstderving - Verzoek om terugbetaling van antidumpingrechten - Onbevoegdheid")
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Sinara Handel GmbH (Keulen, Duitsland) (vertegenwoordigers: K. Adamantopoulos en E. Petritsi, advocaten)
Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: J.-P. Hix, gemachtigde, bijgestaan door G. Berrisch, advocaat) en Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: N. Khan en T. Scharf, gemachtigden)
Voorwerp
Beroep krachtens artikel 288 EG tot vergoeding van de beweerdelijk geleden schade als gevolg van de vaststelling van verordening (EG) nr. 2320/97 van de Raad van 17 november 1997 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen van ijzer of van niet-gelegeerd staal, van oorsprong uit Hongarije, Polen, Rusland, de Tsjechische Republiek, Roemenië en de Slowaakse Republiek, tot intrekking van verordening (EEG) nr. 1189/93 en tot beëindiging van de procedure met betrekking tot dergelijke invoer van oorsprong uit de Republiek Kroatië (PB L 322, blz. 1)
Dictum
Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster, Sinara Handel GmbH, wordt verwezen in de kosten.
____________1 - PB C 115 van 14.5.2005.