Language of document :

Beroep ingesteld op 5 december 2011 - SinnLeffers/Commissie

(Zaak T-621/11)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: SinnLeffers GmbH (Hagen, Duitsland) (vertegenwoordigers: C. Rupp en H. Wunderlich, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

besluit C(2011) 275 def. van de Commissie van 26 januari 2011 betreffende de steunmaatregel van Duitsland C 7/2010 (ex CP 250/2009 en ex NN 5/2010) "KStG, Sanierungsklausel" nietig te verklaren;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan.

Eerste middel: schending van artikel 107, lid 1, VWEU wegens het ontbreken van selectiviteit van de maatregel

Onjuiste beoordeling van het relevante referentiestelsel: verzoekster voert dienaangaande aan dat de Commissie bij de beoordeling van de selectiviteit van de Sanierungsklausel (saneringsclausule) van § 8c, lid 1a, van het Duitse Körperschaftsteuergesetz (wet inzake vennootschapsbelasting; KStG) is uitgegaan van een onjuist referentiestelsel. Volgens verzoekster blijkt, uitgaande van het objectieve nettobeginsel als relevante referentiestelsel, integendeel dat de Sanierungsklausel geen uitzondering op het referentiestelsel vormt, maar dat daarmee het referentiestelsel juist opnieuw toepassing vindt.

Onjuiste beoordeling van het ontbreken van selectiviteit van algemene regelingen: dienaangaande voert verzoekster aan dat de Sanierungsklausel van § 8c, lid 1a, KStG ook gelet op de algemene gelding van de wettelijke regeling, niet kan worden geacht selectief te zijn.

Onjuiste beoordeling van de rechtvaardiging door de aard en de opzet van het Duitse vennootschapsbelastingstelsel: verzoekster voert in dat verband aan dat de Sanierungsklausel van § 8c, lid 1a, KStG in elk geval wanneer wordt uitgegaan van het juiste referentiestelsel van het objectieve nettobeginsel als uitdrukking van het beginsel van de financiële draagkracht, gerechtvaardigd wordt door de aard en de opzet van het Duitse vennootschapsbelastingstelsel.

Tweede middel: schending van recht van hogere rang - inbreuk op het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen

Verzoekster betoogt dienaangaande onder meer dat de Commissie vóór de inleiding van een formele onderzoeksprocedure tegen de Sanierungsklausel van § 8c, lid 1a, KStG op geen enkel moment bezwaren op staatssteungebied heeft gemaakt tegen de oude Sanierungsklausel van § 8, lid 4, derde zin, KStG of tegen vergelijkbare regelingen van andere lidstaten. Door die handelwijze van de Commissie in het verleden was verzoekster, zelfs wanneer zij de allergrootste zorgvuldigheid van een omzichtig en voorzichtig marktdeelnemer aan de dag had gelegd, niet in staat geweest het bestreden besluit te voorzien. Verzoekster kon dus ervan uitgaan dat de nieuwe Sanierungsklausel van § 8c, lid 1a, KStG geen bezwaren deed rijzen.

____________