Language of document :

Arrest van het Gerecht van 2 april 2014 – Ben Ali / Raad

(Zaak T-133/12)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege situatie in Tunesië – Bevriezing van tegoeden – Rechtsgrondslag – Eigendomsrecht – Artikel 17, lid 1, van het Handvest van de grondrechten – Werking in tijd van gevolgen van nietigverklaring – Niet-contractuele aansprakelijkheid – Ontbreken van materiële schade”)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali (Saint-Étienne-du-Rouvray, Frankrijk) (vertegenwoordiger: A. de Saint Remy, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: G. Étienne en S. Kyriakopoulou, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: É. Cujo en M. Konstantinidis, gemachtigden)

Voorwerp

Ten eerste, een verzoek tot nietigverklaring van besluit 2012/50/GBVB van de Raad van 27 januari 2012 tot wijziging van besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 27, blz. 11), voor zover dat besluit op hem betrekking heeft, en ten tweede, een verzoek tot schadevergoeding

Dictum

De bijlage bij besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië, zoals gewijzigd bij uitvoeringsbesluit 2011/79/GBVB van de Raad van 4 februari 2011 tot uitvoering van besluit 2011/72, wordt nietig verklaard, voor zover die bijlage is verlengd bij besluit 2012/50/GBVB van de Raad van 27 januari 2012 tot wijziging van besluit 2011/72 en de naam van Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali in die bijlage is vermeld.

De gevolgen van besluit 2011/72, zoals gewijzigd bij uitvoeringsbesluit 2011/79 en verlengd bij besluit 2012/50, worden ten aanzien van Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali gehandhaafd tot op het moment waarop de termijn voor het instellen van hogere voorziening tegen dit arrest verstrijkt of, indien binnen die termijn hogere voorziening wordt ingesteld, tot op het moment dat die hogere voorziening wordt afgewezen.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.

____________

____________

1     PB C 165 van 9.6.2012.