Language of document :

Beroep ingesteld op 25 januari 2023 – UF/Europese Commissie

(Zaak T-24/23)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: UF (vertegenwoordiger: S. Orlandi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoeker verzoekt het Gerecht:

het besluit van 6 april 2022 om hem te ontslaan, nietig te verklaren;

de Commissie te veroordelen een ex aequo et bono vast te stellen bedrag aan hem te betalen als vergoeding van de geleden immateriële schade en de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

Het eerste middel is ontleend aan schending van de motiveringsplicht, van de rechten van de verdediging, van de zorgplicht en van het evenredigheidsbeginsel.

Het tweede middel is ontleend aan een kennelijk onjuiste beoordeling.

Het derde middel is ontleend aan schending van artikel 2, onder c), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Het vierde middel is ontleend aan misbruik van bevoegdheid.

____________