Language of document :

Beroep ingesteld op 16 december 2008 - Luxemburg / Commissie

(Zaak T-549/08)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Groothertogdom Luxemburg (vertegenwoordigers: M. Fisch, gemachtigde, en P. Kinsch, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de bestreden beschikkingen nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vordert verzoeker de nietigverklaring van de beschikkingen C (2008) 5383 van de Commissie van 24 september 2008 betreffende de opschorting van de tussentijdse betalingen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) voor het enkelvoudige programmeringsdocument voor structurele investeringen in de Gemeenschap die vallen onder doelstelling nr. 3 aan het Groothertogdom Luxemburg, en C (2008) 5730 van de Commissie van 6 oktober 2008 betreffende de opschorting van de tussentijdse betalingen uit het communautaire initiatiefprogramma ter bestrijding van discriminatie en ongelijkheid met betrekking tot de arbeidsmarkt (EQUAL) aan het Groothertogdom Luxemburg.

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan:

schending van het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen, voor zover de Commissie tijdens twee vóór het betrokken programmeringstijdvak uitgevoerde preventieve audits van het Luxemburgse beheers- en controlesysteem heeft geconcludeerd dat dit systeem voldoende waarborgen bood voor naleving van de bestaande regeling en van de algemeen aanvaarde criteria voor goed beheer; de Commissie is pas bij een audit na afloop van de betrokken programmeringsperiode tot ongunstige conclusies gekomen over het beheers- en controlesysteem;

onjuiste uitlegging van de voorschriften van de verordeningen die als grondslag voor de bestreden beschikkingen hebben gediend1, aangezien deze voorschriften, anders dan de Commissie heeft gesteld, zich niet ertegen verzetten dat i) de autoriteit voor beheer en die voor betaling tot hetzelfde orgaan behoren en ii) de nationale autoriteit voor beheer bij de Commissie uitgaven meldt waarover zeker twijfel kan bestaan, maar waarvan de juridische kwalificatie van niet-subsidiabiliteit niet vaststaat op voornoemd tijdstip van melding;

materiële onjuistheid van bepaalde feiten waarop de bestreden beschikkingen zijn gebaseerd wat betreft het aanhouden van de dossiers door de autoriteit voor beheer.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161, blz. 1) en verordening (EG) nr. 438/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen voor uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 63, blz. 21).