Language of document :

Beroep ingesteld op 15 december 2008 - Tudapetrol Mineralölerzeugnisse Nils Hansen / Commissie

(Zaak T-550/08)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Tudapetrol Mineralölerzeugnisse Nils Hansen KG (Hamburg, Duitsland) (vertegenwoordigers: U. Itzen en J. Ziebarth, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de bestreden beschikking nietig verklaren, voor zover verzoekster wordt geraakt;

subsidiair, de bij de bestreden beschikking aan verzoekster opgelegde geldboete tot een passend bedrag verlagen;

verweerster verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster komt op tegen beschikking C (2008) 5476 def. van de Commissie van 1 oktober 2008 in zaak COMP/39.181 - Kaarsenwas, waarin verweerster heeft vastgesteld dat bepaalde ondernemingen, waaronder verzoekster, wegens deelneming aan een voortdurende overeenkomst en/of een voortdurende onderling afgestemde feitelijke gedraging in de sector paraffinewas hebben gehandeld in strijd met artikel 81, lid 1, EG en artikel 53 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Verzoekster baseert haar beroep op twee middelen.

In het eerste middel stelt verzoekster schending van de motiveringsplicht ex artikel 253 EG en van de rechten van de verdediging, omdat uit de beoordeling van de bewijzen door de Commissie in de bestreden beschikking niet reeds concreet kan worden opgemaakt welke concrete bijdragen aan de inbreuk haar moeten worden toegerekend. De algemene bewijsvoering van de Commissie heeft niet alleen betrekking op verzoekster, maar ook op andere ondernemingen waarvan de handelingen haar niet dienen te worden toegerekend. Gelet op de onduidelijke bewijsvoering, is er sprake van schending van de rechten van de verdediging, omdat de Commissie duidelijk en ondubbelzinnig moet doen uitkomen welke bijdragen aan de inbreuk zij aan welke ondernemingen toerekent en wat hiervan de gevolgen zijn.

Verder stelt zij aan geen enkele inbreuk op artikel 81 EG te hebben deelgenomen. De Commissie heeft niet alleen formeel niet naar behoren bewijs geleverd, maar ook uit een subsidiair materieel onderzoek van de bewijzen blijkt dat jegens haar geen verwijt is onderbouwd. Uit de afzonderlijk aangevoerde bijeenkomsten en de daarvoor bij de bewijsvoering in aanmerking genomen documenten kan niet worden opgemaakt dat verzoekster zou hebben deelgenomen aan een kartel. Dit geldt in het bijzonder ook gelet op de omstandigheid dat van het begin aan verzoekster alleen maar een beperkte inbreuk is verweten. Hiermee is bij de bewijsvoering echter geen rekening gehouden; er zijn daarentegen ten nadele van verzoekster ook bewijzen in aanmerking genomen die eventueel door derden begane inbreuken kunnen aantonen waaraan verzoekster niet heeft deelgenomen.

In haar tweede middel voert verzoekster verjaring aan. Zij heeft de betrokken distributieactiviteiten reeds begin 2000 aan een andere onderneming overgedragen, zodat zij op grond van de eerste maatregelen waardoor de verjaring werd gestuit in het voorjaar van 2005 niet langer kon worden vervolgd wegens een oude inbreuk.

____________