Language of document : ECLI:EU:T:2011:490





Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 20 september 2011 – Arch Chemicals e.a./Commissie

(Gevoegde zaken T‑400/04, T‑402/04–T‑404/04)

„Veterinairrechtelijke voorschriften – Op markt brengen van biociden – Opstelling van lijst van op markt aanwezige werkzame stoffen – Beschikking houdende weigering om aantal bepalingen van regeling te wijzigen – Beroep wegens nalaten – Verplichting tot handelen – Beroep tot nietigverklaring – Niet individueel geraakt– Niet-ontvankelijkheid”

1.                     Beroep wegens nalaten – Bevoegdheid van Unierechter – Bevel gericht tot instelling – Ontoelaatbaarheid – Verzoek tot vaststelling van onwettig verzuim – Ontvankelijkheid (Art. 232, tweede alinea, EG) (cf. punt 40)

2.                     Beroep wegens nalaten – Verplichting van Commissie tot handelen – Redelijke termijn voor beantwoorden van verzoek tot handelen – Onwettigheid van bepalingen van Unierecht – Verplichting voor Commissie om deze bepalingen te wijzigen – Geen – Verplichting die niet uit Unierechtelijke bepaling of algemeen beginsel van Unierecht voortvloeit (Art. 211 EG en 232 EG) (cf. punten 57, 59‑60, 65‑67)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Beroep tegen weigering om eerdere handeling in te trekken of te wijzigen – Ontvankelijkheid afhankelijk van mogelijkheid om betrokken handeling aan te vechten (Art. 230 EG) (cf. punten 79, 86)

Voorwerp

Enerzijds, primair, een vordering tot vaststelling dat de Commissie ten onrechte heeft nagelaten een aantal bepalingen van verordening (EG) nr. 1896/2000 van de Commissie van 7 september 2000 inzake de eerste fase van het in artikel 16, lid 2, van richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende biociden bedoelde programma (PB L 228, blz. 6) en van verordening (EG) nr. 2032/2003 van de Commissie van 4 november 2003 inzake de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van richtlijn 98/8 en houdende wijziging van verordening nr. 1896/2000 (PB L 307, blz. 1) te wijzigen en, subsidiair, een vordering tot nietigverklaring van de brief van de Commissie van 20 juli 2004 houdende afwijzing van de door verzoeksters geformuleerde verzoeken, en anderzijds, primair, een vordering tot vergoeding van de schade die verzoeksters zouden hebben geleden door het nalaten van de Commissie en subsidiair een vordering tot vergoeding van de door de brief van de Commissie van 20 juli 2004 veroorzaakte schade

Dictum

1)

De beroepen worden verworpen.

2)

Arch Chemicals Inc., Arch Timber Protection Ltd, Rhodia UK Ltd, Sumitomo Chemical (UK) plc en Troy Chemical Co. BV zullen hun eigen kosten alsmede die van de Europese Commissie dragen.