Language of document :

Beroep ingesteld op 8 januari 2014 – U4U e.a. / Parlement en Raad

(Zaak T-17/14)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Union pour l’Unité (U4U) (Brussel, België), Unité & Solidarité – Hors Union (USHU) (Brussel), Regroupement Syndical (RS) (Sint-Joost-ten-Node, België), en Georges Vlandas (Brussel) (vertegenwoordiger: F. Krenc, advocaat)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie en Europees Parlement

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

dientengevolge, nietig te verklaren verordening nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, voor zover

1) bijlage X bij het Statuut wordt gewijzigd (art. 1, nr. 70);

2) artikel 45 van het Statuut en bijlage I bij het Statuut worden gewijzigd en in bijlage XIII een afdeling 5 wordt toegevoegd (art. 1, nr. 27, nr. 61 et nr. 73, k).

de verwerende partijen te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen zes middelen aan.

De eerste drie middelen betreffen de wijziging van bijlage X bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: „Ambtenarenstatuut”).

Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 10 van het Ambtenarenstatuut, van de artikelen 12, 27 en 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”) en van artikel 11 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: „EVRM”), met name door het ontbreken van raadpleging van het comité van het Statuut over de hervorming van bijlage X.

Tweede middel, ontleend aan schending van de artikelen 12, 27 en 28 van het Handvest en van artikel 11 EVRM door het ontbreken van feitelijke en adequate informatie en raadpleging van de vakorganisaties, ambtenaren en functionarissen over de hervorming van bijlage X.

Derde middel, ontleend aan schending van de beginselen van goede wetgeving, met name van de zorg- en de motiveringsplicht.

De laatste drie middelen hebben betrekking op de wijziging van artikel 45 van en van bijlage I bij het Ambtenarenstatuut alsmede op de toevoeging van een afdeling 5 in bijlage XIII bij het Statuut.

Vierde middel, ontleend aan schending van artikel 10 van het Ambtenarenstatuut, de artikelen 12, 27 en 28 van het Handvest en artikel 11 EVRM, met name door het ontbreken van raadpleging van het comité van het Statuut over de hervorming van de AD loopbanen.

Vijfde middel, ontleend aan schending van de artikelen 12, 27 en 28 van het Handvest en artikel 11 EVRM door het ontbreken van feitelijke en adequate informatie en raadpleging van de vakorganisaties, ambtenaren en functionarissen over de hervorming van de AD loopbanen.

Zesde middel, ontleend aan schending van de beginselen van goede wetgeving en met name van de zorg- en de motiveringsplicht.