Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 9 december 2011 door Mario Paulo da Silva Tenreiro tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 29 september 2011 in zaak F-72/10, da Silva Tenreiro / Commissie

(Zaak T-634/11 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirerende partij: Mario Paulo da Silva Tenreiro (Kraainem, België) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis, É. Marchal en D. Abreu Caldas, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

te verklaren en vast te stellen:

het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 29 september 2011 (zaak F-72/10, da Silva Tenreiro/Commissie) waarbij rekwirants beroep is verworpen, wordt vernietigd;

een nieuwe beslissing te geven,

te verklaren en vast te stellen:

het besluit van de Europese Commissie tot afwijzing van rekwirants sollicitatie naar het vacante ambt van directeur van de directie E, "Justitie", van het directoraat-generaal (DG) "Justitie, vrijheid en veiligheid" alsmede het besluit tot benoeming van K. in dat ambt, worden nietig verklaard;

de Commissie wordt verwezen in de kosten van de beide procedures.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij vier middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan een kennelijk onjuiste rechtsopvatting, aangezien het Gerecht het middel ontleend aan misbruik van bevoegdheid heeft afgewezen, ondank de serieuze aanwijzingen voor dat misbruik waarop rekwirant zich heeft beroepen, terwijl met het oog op de eerbiediging van het beginsel dat partijen voor het Gerecht gelijk zijn, een omkering van de bewijslast had moeten plaatsvinden.

Tweede middel, ontleend aan een miskenning van de gelijkheid van partijen, door te weigeren de overlegging te gelasten van onder meer K's beoordelingsrapport over de periode gedurende welke zij de functie van directeur van de directie "Veiligheid" van het DG "Justitie, vrijheid en veiligheid" heeft uitgeoefend, terwijl het TABG als reden voor de afwijzing van haar sollicitatie naar dat ambt een aannemelijke ongeschiktheid gezien haar prestaties als interim directeur heeft aangevoerd, ofschoon het van mening is dat zij, gelet op diezelfde ervaring als directeur, kan worden aangesteld in het ambt van directeur van de directie "Justitie" van datzelfde DG.

Derde middel, ontleend aan een verkeerde opvatting van de feiten, aangezien het GVA heeft geoordeeld dat de twee procedures voor de voorziening in de ambten van directeur ("Justitie" en "Veiligheid") twee afzonderlijke procedures waren en dat de uitkomst van de ene procedure geen invloed heeft op die van de andere.

Vierde middel, ontleend aan een miskenning van het beginsel van hoor en wederhoor, de rechten van de verdediging en de motiveringsplicht, aangezien het GVA niet heeft verwezen naar de kennelijke beoordelingsfout die rekwirant ter terechtzitting aan de orde had gesteld, op basis van de beoordelingstabel van het voorselectiecomité waarvan rekwirant kennis heeft genomen in de bijlage bij het verweerschrift, en het GVA heeft geoordeeld dat een tweede memoriewisseling niet nodig was.

____________