Language of document :

Arrest van het Gerecht van 9 juni 2021 – Dansk Erhverv/Commissie

(Zaak T-47/19)1

(„Staatssteun – Verkoop van dranken in blikjes in grenshandelszaken in Duitsland aan buitenlandse ingezetenen – Vrijstelling van statiegeld op voorwaarde dat de aangekochte dranken worden verbruikt buiten het Duitse grondgebied – Klacht – Besluit van de Commissie om geen bezwaar te maken – Beroep tot nietigverklaring – Procesbevoegdheid – Ontvankelijkheid – Voorwaarden voor de inleiding van een formele onderzoeksprocedure – Onjuiste toepassing van het recht – Ernstige moeilijkheden – Begrip ,staatssteun’ – Staatsmiddelen – Geen oplegging van een geldboete”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Dansk Erhverv (Kopenhagen, Denemarken) (vertegenwoordigers: T. Mygind en H. Peytz, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Stromsky en T. Maxian Rusche, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verzoekende partij: Danmarks Naturfredningsforening (Kopenhagen) (vertegenwoordigers: T. Mygind en H. Peytz, advocaten)

Interveniëntes aan de zijde van verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: J. Möller, R. Kanitz, S. Heimerl en S. Costanzo, gemachtigden) en Interessengemeinschaft der Grenzhändler (IGG) (Flensburg, Duitsland) (vertegenwoordigers: M. Bauer en F. von Hammerstein, advocaten)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit C(2018) 6315 final van de Commissie van 4 oktober 2018 betreffende steunmaatregel SA.44865 (2016/FC) – Duitsland – Vermeende staatssteun aan drankenwinkels die aan de Duitse grens zijn gelegen

Dictum

Besluit C(2018) 6315 final van de Commissie van 4 oktober 2018 betreffende steunmaatregel SA.44865 (2016/FC) – Duitsland – Vermeende staatssteun aan drankenwinkels die aan de Duitse grens zijn gelegen, wordt nietig verklaard.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten alsmede die van Dansk Erhverv en Danmarks Naturfredningsforening.

De Bondsrepubliek Duitsland en Interessengemeinschaft der Grenzhändler (IGG) dragen elk hun eigen kosten.

____________

1     PB C 103 van 18.3.2019.