Language of document :

Beroep ingesteld op 24 mei 2023 – Europese Commissie/Republiek Slovenië

(Zaak C-318/23)

Procestaal: Sloveens

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Ondrůšek, M. Escobar Gómez, U. Babovič en A. Kraner, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Slovenië

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Hof:

– vast te stellen dat de Republiek Slovenië, door niet alle maatregelen te nemen voor de uitvoering van het arrest van het Hof in zaak C-140/14, Commissie/Slovenië voor zover dit perceel nr. 115/1 van de gemeente Teharje (Bukovžlak) betreft, de krachtens artikel 260, lid 1, VWEU op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

– de Republiek Slovenië ertoe te veroordelen om de Commissie een dwangsom van 4 500 EUR per dag te betalen vanaf de datum van uitspraak van het arrest in deze procedure tot de dag waarop de Republiek Slovenië het arrest in zaak C-140/14 zal hebben uitgevoerd voor zover het perceel nr. 115/1 van de gemeente Teharje (Bukovžlak) betreft;

de Republiek Slovenië ertoe te veroordelen om de Commissie een forfaitaire som te betalen van 500 EUR per dag, vermenigvuldigd met het aantal dagen vanaf de uitspraak van het arrest in zaak C-140/14 tot de dag waarop de Republiek Slovenië dat arrest zal hebben uitgevoerd voor zover het perceel nr. 115/1 van de gemeente Teharje (Bukovžlak) betreft, of tot de datum van de uitspraak van het arrest in de onderhavige procedure, indien dit eerder is, met een minimum van in totaal 280 000 EUR;

– de Republiek Slovenië te verwijzen in haar eigen kosten en in die van de Commissie;

Middelen en voornaamste argumenten

Het Hof heeft in arrest C-140/14 vastgesteld dat het storten van afvalstoffen op perceel nr. 115/1 van de gemeente Teharje (Bukovžlak) als illegaal moet worden beschouwd en dat Slovenië de verplichtingen niet is nagekomen die op deze lidstaat rusten krachtens artikel 13 en artikel 36, lid 1, van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen1 , artikel 5, lid 3, onder e), en artikel 6 van richtlijn 1999/31/EG2 , gelezen in samenhang met besluit 2003/33/EG3 van de Raad en de artikelen 7 tot en met 9, 11 en 12 en de bijlagen I tot en met III van richtlijn 1999/31/EG van de Raad, door eerst toe te staan dat op die locatie zonder vergunning afvalstoffen worden gestort en vervolgens geen maatregelen te nemen om die afvalstoffen te verwijderen.

De Republiek Slovenië heeft de Europese Commissie in kennis gesteld van individuele maatregelen voor de selectie van de beste methode om de afvalstoffen te verwijderen en voor de uitvoering van de werkzaamheden waarmee het arrest in zaak C-140/14 zal worden uitgevoerd voor zover het perceel nr. 115/1 in de gemeente Teharje (Bukovžlak) betreft. Daartoe heeft de Republiek Slovenië de Europese Commissie een stappenplan doen toekomen volgens hetwelk de saneringsmaatregelen definitief zullen worden uitgevoerd tussen de eerste helft van 2020 en 3 november 2021.

Aangezien de in het stappenplan gestelde termijnen niet werden gehaald, heeft de Commissie de Republiek Slovenië op 8 juni 2018 een aanmaningsbrief gestuurd. In haar antwoord op de aanmaningsbrief verzekerde de Republiek Slovenië de Commissie uitdrukkelijk dat de saneringswerkzaamheden zouden worden voltooid binnen de oorspronkelijke termijn die in het stappenplan was vastgesteld; dit is echter niet gebeurd. De illegale stortplaats, die in strijd met de geldende EU-wetgeving is aangelegd en in stand wordt gehouden, bestaat nog steeds ondanks de uitspraak van het Hof waarin deze inbreuk wordt vastgesteld, en vormt een risico voor het milieu en de gezondheid van de mens. De Europese Commissie heeft daarom besloten beroep in te stellen op grond van artikel 260, lid 2, VWEU.

____________

1     Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB 2008, L 312, blz. 3).

1     Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB 1999, L 182, blz. 1).

1     Beschikking van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 en bijlage II van richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen (PB 2003, L 11, blz. 27).