Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 22 mei 2012 —
Nordmilch/BHIM —
Lactimilk (MILRAM)
(Zaak T‑546/10)
„Gemeenschapsmerk — Oppositieprocedure — Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk MILRAM — Oudere nationale woord- en beeldmerken RAM — Relatieve weigeringsgrond — Soortgelijke waren en overeenstemmende tekens — Verwarringsgevaar — Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009”
Gemeenschapsmerk — Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk — Relatieve weigeringsgronden — Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten — Gevaar voor verwarring met ouder merk (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b) (cf. punten 24, 27‑28, 43, 51‑52, 71, 78, 83)
Voorwerp
| Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 15 september 2010 (gevoegde zaken R 1041/2009‑4 en R 1053/2009‑4) inzake een oppositieprocedure tussen Lactimilk SA en Nordmilch AG |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Nordmilch AG wordt verwezen in de kosten. |