Language of document : ECLI:EU:T:2014:125





Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 14 maart 2014 – Cemex e.a./Commissie

(Zaak T‑292/11)

„Mededinging – Administratieve procedure – Besluit houdende verzoek om inlichtingen – Noodzakelijkheid van gevraagde inlichtingen – Motiveringsplicht – Evenredigheid”

1.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Vermelding van de rechtsgronden en van het doel van het verzoek – Draagwijdte – Niet-nakoming van de motiveringsplicht – Geen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punten 34, 35, 42, 48)

2.                     Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van verdediging – Mogelijkheid voor de betrokken onderneming om pas na toezending van de mededeling van punten van bezwaar zich ten volle op deze rechten te beroepen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad) (cf. punten 38, 39, 43)

3.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Vermelding van de rechtsgronden en van het doel van het verzoek – Vereiste van een noodzakelijk verband tussen de gevraagde inlichtingen en de onderzochte inbreuk – Beoordelingsmarge van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Omvang (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punten 40, 56)

4.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Bevoegdheden van de Commissie – Beperking – Eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel – Verzoek om reeds in het bezit van de Commissie zijnde inlichtingen – Schending van dit beginsel – Verzoek tot verduidelijking van reeds verstrekte gegevens – Toelaatbaarheid (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punten 67‑69, 71, 74)

5.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Bevoegdheden van de Commissie – Beperking – Vereiste van een noodzakelijk verband tussen de gevraagde inlichtingen en de onderzochte inbreuk – Openbaarheid van de gevraagde inlichtingen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 1) (cf. punten 84, 85)

6.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Bevoegdheden van de Commissie – Bevoegdheid om een verzoek te doen dat de formalisatie van de gevraagde gegevens impliceert – Grenzen (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18) (cf. punten 100, 101)

7.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Modaliteiten – Keuze tussen een gewoon verzoek om inlichtingen en een besluit – Eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel – Rechterlijke toetsing (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, leden 1‑3) (cf. punten 109‑112)

8.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Bevoegdheden van de Commissie – Beperking – Eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel – Antwoordtermijn van de onderneming – Beoordeling van de evenredigheid (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punten 122, 132‑135)

9.                     Europese Unie – Regeling van het taalgebruik – Teksten die uitgaan van de instellingen – Adressaat – Maatschappelijke zetel in een derde land – Verband met een lidstaat – Officiële taal van deze lidstaat (Verordeningen van de Raad nrs. 1/1958, art. 3, en 1/2003) (cf. punt 148)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van besluit C(2011) 2360 definitief van de Commissie van 30 maart 2011 betreffende een procedure op grond van artikel 18, lid 3, van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (zaak 39520 – cement en aanverwante producten)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Cemex SAB de CV, New Sunward Holding BV, Cemex España, SA, Cemex Deutschland AG, Cemex UK, Cemex Czech Operations s.r.o., Cemex France Gestion en Cemex Austria AG worden verwezen in de kosten, daaronder begrepen die van het kort geding.