Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 30 april 2003 in zaak T-155/02: VVG International Handelsgesellschaft mbH e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen1

(Verordening (EG) nr. 3285/94 ( Verordening (EG) nr. 560/2002 ( Voorlopige vrijwaringsmaatregelen ( Beroep tot nietigverklaring ( Niet-ontvankelijkheid)

    (Procestaal: Duits)

In zaak T-155/02, VVG International Handelsgesellschaft mbH, gevestigd te Salzburg (Oostenrijk), VVG (International) Ltd, gevestigd te Gibraltar (Verenigd Koninkrijk), Metalsivas Metallwarenhandelsgesellschaft mbH, gevestigd te Wenen, vertegenwoordigd door W. Schuler, advocaat, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: G. zur Hausen en B. Eggers), betreffende een verzoek tot nietigverklaring van verordening (EG) nr. 560/2002 van de Commissie van 27 maart 2002 tot instelling van voorlopige vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten (PB L 85, blz. 1), heeft het Gerecht (Eerste kamer), samengesteld als volgt: B. Vesterdorf, president, R. M. Moura Ramos en H. Legal, rechters; griffier: H. Jung, op 30 april 2003 een beschikking gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)Verzoeksters zullen hun eigen kosten en die van de Commissie dragen, daaronder begrepen die welke in de procedure in kort geding zijn gemaakt.

____________

1 - PB C 191 van 10 augustus 2002.