Mededeling in het PB

 

    

Beroep, op 17 mei 2002 ingesteld door Masdar (UK) Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-159/02)

    Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 17 mei 2002 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door Masdar (UK) Ltd, vertegenwoordigd door P. Bentley QC en P. Green, barrister.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren de beschikking van de Commissie, vervat in haar brief van 7 maart 2002, tot weigering om toegang te verlenen tot de documenten genoemd in verzoeksters confirmatief verzoek van 3 december 2001;

(de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster in deze zaak is dezelfde als in zaak T-68/02, Masdar (UK) Ltd tegen Commissie, en het beroep is gericht tegen de beschikking van de Commissie waarbij verzoeksters verzoek om toegang tot de twee accountantsverslagen die worden genoemd in de mededeling aan het Publicatieblad betreffende bovengenoemde zaak (nog niet gepubliceerd), uitdrukkelijk is afgewezen.

Verzoekster stelt dat de Commissie in strijd heeft gehandeld met artikel 253 EG doordat in de bestreden beschikking het beroep op de verplichte weigeringsgronden van artikel 4, lid 2, eerste en tweede streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001¹ onvoldoende met redenen is omkleed.

De Commissie heeft volgens verzoekster een kennelijke beoordelingsfout begaan bij de toepassing van artikel 4, lid 2, van deze verordening, doordat in de bestreden beschikking wordt gesteld dat toewijzing van verzoeksters verzoek zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het doel van inspecties, onderzoeken en audits, en van de commerciële belangen van een derde onderneming.

Verzoekster stelt dat de Commissie tevens een kennelijke beoordelingsfout heeft begaan bij de toepassing van artikel 4, lid 2, van deze verordening, en in strijd heeft gehandeld met de algemene rechtsbeginselen, doordat in de bestreden beschikking wordt gesteld dat er geen hoger openbaar belang is dat openbaarmaking van de twee accountantsverslagen gebiedt.

IV

____________

¹ - (Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31 mei 2001, blz. 43.