Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Equality Tribunal - Ierland) – Z / A Government Department, the Board of Management of a Community School

(Zaak C-363/12)1

(Prejudiciële verwijzing – Sociale politiek – Richtlijn 2006/54/EG – Gelijke behandeling van mannelijke en vrouwelijke werknemers – Wensmoeder die kind heeft gekregen dankzij draagmoederschapsovereenkomst – Weigering om haar aan zwangerschaps- en bevallingsverlof of adoptieverlof gelijkwaardig betaald verlof toe te kennen – Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap – Richtlijn 2000/78/EG – Gelijke behandeling in arbeid en beroep – Verbod van discriminatie op grond van handicap – Wensmoeder die geen kinderen kan krijgen – Bestaan van handicap – Geldigheid van richtlijnen 2006/54 en 2000/78)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Equality Tribunal

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Z

Verwerende partijen: A Government Department, the Board of Management of a Community School

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Equality Tribunal (Ierland) – Uitlegging van de artikelen 4 en 14 van richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (PB L 204, blz. 23) – Uitlegging van de artikelen 3, lid 1, en 5, van richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303, blz. 16) – Biologische moeder die een beroep heeft gedaan op draagmoederschap – Persoon die een lichamelijke ongeschiktheid heeft waardoor zij geen kinderen kan krijgen – Recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof

Dictum

Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep, in het bijzonder de artikelen 4 en 14 daarvan, moet aldus worden uitgelegd dat geen sprake is van discriminatie op grond van geslacht wanneer aan een werkneemster die als wensmoeder een kind heeft gekregen dankzij een draagmoederschapsovereenkomst geen aan zwangerschaps- en bevallingsverlof gelijkwaardig betaald verlof wordt toegekend.

De toekenning van adoptieverlof aan een dergelijke wensmoeder valt niet binnen de werkingssfeer van die richtlijn.

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep moet aldus worden uitgelegd dat geen sprake is van discriminatie op grond van handicap wanneer aan een werkneemster die geen kinderen kan krijgen en een beroep heeft gedaan op draagmoederschap geen aan zwangerschaps- en bevallingsverlof of adoptieverlof gelijkwaardig betaald verlof wordt toegekend.

De geldigheid van die richtlijn kan niet worden getoetst aan het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, maar die richtlijn moet zoveel mogelijk in overeenstemming met dat verdrag worden uitgelegd.

____________

1 PB C 311 van 13.10.2012.