Language of document :

Beroep ingesteld op 10 februari 2010 - Jurašinović/Raad

(Zaak T-63/10)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Ivan Jurašinović (Angers, Frankrijk) (vertegenwoordiger: N. Amara-Lebret, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietig verklaren de beschikking van 7 december 2009 waarbij verzoeker de toegang is geweigerd tot de volgende documenten:

beslissingen van de Raad over de toezending aan het Joegoslavië-Tribunaal van de documenten waarom dit Tribunaal in het kader van het Gotovinaproces had verzocht;

alle correspondentie die in dat kader door de EU-instellingen met het Joegoslavië-Tribunaal is uitgewisseld (met eventuele bijlagen) en meer bepaald de aanvankelijke verzoeken van zowel het Joegoslavië-Tribunaal als de advocaten van de heer Gotovina;

de Raad van de EU - Secretariaat-Generaal ertoe veroordelen de toegang in elektronische vorm tot al de opgevraagde document toe te staan;

de Raad van de EU veroordelen tot betaling aan verzoeker van een vergoeding van proceskosten ten bedrage van 2 000 EUR exclusief btw, zijnde 2 392 EUR inclusief btw, vermeerderd met rente tegen de rentevoet van de ECB op de dag van inschrijving van het verzoekschrift.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vordert verzoeker nietigverklaring van de beschikking van de Raad van 7 december 2009 waarbij hem de toegang is geweigerd tot beslissingen van de Raad over de toezending aan het Joegoslavië-Tribunaal van de documenten waarom dit Tribunaal in het kader van het Gotovinaproces had verzocht en alle correspondentie die in dat kader door de EU-instellingen met het Joegoslavië-Tribunaal is uitgewisseld (met eventuele bijlagen) en meer bepaald de aanvankelijke verzoeken van zowel het Joegoslavië-Tribunaal als de advocaten van de heer Gotovina.

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan:

dwaling ten aanzien van het recht doordat de Raad zijn weigering van toegang tot de documenten heeft gebaseerd op artikel 70B van het Reglement voor de proces- en bewijsvoering van het JT, terwijl deze tekst niet van toepassing is;

geen ondermijning van de bescherming van gerechtelijke procedures en juridisch advies overeenkomstig artikel 4, lid 2, derde streepje, van verordening nr. 1049/20011 daar deze uitzondering de bescherming betreft van gerechtelijke procedures van de Europese Unie en de lidstaten en niet een gerechtelijke procedure voor het Joegoslavië-Tribunaal, die zich buiten de rechtsmacht van de EU bevindt;

geen ondermijning van de bescherming van het openbaar belang wat betreft de internationale betrekkingen ingevolge artikel 4, lid 1, sub a, derde streepje, van deze verordening;

bestaan van een hoger openbaar belang ingevolge artikel 4, lid 2, derde streepje, van genoemde verordening nr. 1049/2001 doordat verzoeker de overlegging van de gevraagde documenten vordert om zijn rechten te doen gelden in het kader van zaak T-465/09. Dit verzoek spruit voort uit de toegang tot de rechter en het recht op een eerlijk proces bij de Europese rechter. Bovendien is het geschil waarop deze documenten betrekking hebben, reeds sinds 1995 beëindigd.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).