Language of document :

Beroep ingesteld op 17 juni 2011 - Kadio Morokro/Raad

(Zaak T-316/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Mathieu Kadio Morokro (Cocody, Ivoorkust) (vertegenwoordiger: S. Le Damany, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit 2011/221/GBVB van de Raad van 6 april 20111 en verordening (EU) nr. 330/2011 van de Raad van 6 april 20112 nietig verklaren, voor zover deze betrekking hebben op verzoeker;

de Raad van de Europese Unie verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van zijn beroep voert verzoeker een middel inzake niet-nakoming van de motiveringsplicht aan. Het litigieuze besluit en de litigieuze verordening schenden artikel 296 VWEU, volgens hetwelk de rechtshandelingen van de instellingen van de Europese Unie met redenen worden omkleed. Verzoeker stelt om te beginnen dat de motivering hem niet in staat stelde te begrijpen waarom zijn naam werd opgenomen op de als bijlage bij het besluit en bij de verordening gevoegde lijst van personen, tegen wie bepaalde beperkende maatregelen zijn genomen. Verder wordt hem door deze gebrekkige motivering de mogelijkheid ontnomen om met succes op te komen tegen de beperkende maatregelen die tegen hem zijn ingesteld.

____________

1 - Besluit 2011/221/GBVB van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van besluit 2010/656/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (PB L 93, blz. 20).

2 - Verordening (EU) nr. 330/2011 van de Raad van 6 april 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 560/2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust (PB L 93, blz. 10).